In bijna elk Surinaams huishouden is het een vaste gewoonte: rijst wassen voor je het kookt. Velen van ons zijn er letterlijk mee opgegroeid.
Toch blijkt dat deze ogenschijnlijk eenvoudige gewoonte meer doet dan alleen schoonmaken. Terwijl in westerse landen als Nederland vaak snelkookrijst of parboiled rijst gebruikt wordt die nauwelijks nog gewassen wordt, blijft in Suriname het spoelen van ongekookte rijst een vanzelfsprekende handeling.
GFC Nieuws Lifestyle onderzocht waarom dat eigenlijk zo is en of het echt zin heeft.
Volgens deskundigen verwijdert het wassen van rijst vooral oppervlaktezetmeel en kleine onzuiverheden. Hierdoor blijft de rijst minder kleverig, wat belangrijk is bij gerechten waar de textuur telt.
Daarnaast draagt het bij aan een neutralere, schonere smaak. In Japan wordt rijst vaak twee tot drie keer gespoeld, tot het spoelwater bijna helder is.
Ook Surinaamse koks gebruiken deze methode, soms met een extra stap: het laten weken van de rijst voor een luchtiger eindresultaat.
Bovendien helpt wassen om het rijstkooktoestel schoon te houden. Zonder spoelen ontstaat er snel een zetmeellaag die aanbakt. Wie met bouillonblok kookt, merkt ook dat gewassen rijst de smaak beter opneemt.
Maar hoe zit het met de Surinaamse cultuur?
In onze keuken draait het vaak om krachtige smaken en kruiden. Rijst moet daarbij ondersteunend zijn, niet overheersend.
Bij gerechten zoals nasi of moksi alesi is losse, droge rijst onmisbaar. Ook bij BB met R of gele rijst zie je dat gewassen rijst beter mengt met bonen, kokosmelk of masoesa.
Kortom, rijst wassen is geen verouderde traditie, maar een slimme stap die smaak, textuur én kookgemak bevordert. Misschien niet altijd nodig, maar in veel Surinaamse gerechten maakt het echt het verschil.
Jennifer is hoofdredacteur bij GFC Nieuws.
Contact: jennifer@gfcnieuws.com of WhatsApp.