De Pikin Saron strafzaak wordt vandaag weer behandeld.
De advocaten van de verdachten komen weer aan het woord. Het gaat om G. Zaalman, J. Harry, J Arumjo, R. Moera-Awalie, M. Moera-Awalie en M. Bergsmans.
De mannen worden verdacht van misdrijven die gepleegd zijn op 2 mei 2023. Het Openbaar Ministerie (OM) heeft tegen de verdachten 15 jaar gevangenisstraf geëist.
In de ogen van onder andere de Inheemse gemeenschap zijn de mannen geen terroristen, maar worden gezien als strijders die opkomen voor de rechten van Inheemse volken.
In die strijd zijn twee Inheemse mannen, Ivanildo Dijksteel (32) en Martinus Wolfjager (65), omgekomen.
De groep kwam in opstand tegen de voortdurende discriminatie en achterstelling van Inheemse volken in Suriname en de bezetting, vervuiling en vernieling van hun voorouderlijke grondgebieden, in en rondom de Inheemse dorpen Pikin Saron en Bigi Poika in Para. Ze konden dat niet langer met lede ogen aanzien.
VIDS constateert jammer genoeg dat de vijf mannen in detentie als zware criminelen worden berecht. Dat kan worden opgevat als blijk van de ongenuanceerde onderdrukking van de rechten van Inheemse volken in Suriname.
VIDS blijft de urgente aandacht vragen voor de erkenning van de collectieve rechten van Inheemse Volken die helaas een gewelddadige wending heeft aangenomen.
Dit vanwege het feit dat opeenvolgende regeringen geen gehoor geven aan opdrachten van het regionale Mensenrechtenhof om de rechten van Inheemse en Tribale volken nu eindelijk wettelijk vast te leggen in de Surinaamse wetgeving.
Een team van advocaten is aangetrokken om de mannen juridisch bij te staan. De juristen hebben in juli met een 109 pagina tellend document hun pleidooi gehouden en eisen vrijspraak voor hun cliënten.
De verdediging verwees toen onder andere naar het Amerikaans recht gehanteerd beginsel, dat naar haar inhoud als een algemeen beginsel kan worden gekwalificeerd in relatie met het gebeuren op 2 mei 2023. “In the quest to seek justice we cannot undercut the rights of the citizen in the process”.
Het is dan ook dit beginsel dat de verdediging noopt te moeten opwerpen dat de rol van de Staat in deze op geen enkele wijze genegeerd mag worden.
Vooral vanwege het feit dat het dezelfde Staat is, die in haar drang naar gerechtigheid, wenst dat de wet gehanteerd wordt, maar in die nastreving wordt de Staat niet ontslagen van de plicht om zich aan diezelfde wetten te houden, die zij kennelijk wanneer het haar goed uitkomt naast zich neerlegt.
De verdediging benadrukte ook dat het concreet gaat om een onbehoorlijke wetgevende macht, die weigert de rechten van deze Surinaamse burgers (Inheemse volken) middels nationale wetgeving veilig te stellen.
Het betreft ook een onbehoorlijke uitvoerende macht die pertinent en stelselmatig weigert om vonnissen na te leven dan wel uit te voeren en daarbovenop ongestoord doorgaat met het verstrekken van titels voor economische activiteiten in Inheems woon- en leefgebied. De vonnissen waar het in deze om gaat, zijn het Samaaka vonnis en het Kaliña & Lokono vonnis, beide gewezen door het Inter-Amerikaans Hof voor de Rechten van de Mens in respectievelijk 2007 en 2015.
M.P. Wong maakt deel uit van het freelance redactieteam van GFC Nieuws.
Voor contact: info@gfcnieuws.com