President Jennifer Geerlings-Simons mag in 2025 dan verkondigen dat zij de betrekkingen met Nederland gaat “versterken”, maar wat valt er eigenlijk nog te versterken? Haar voorganger Chandrikapersad Santokhi heeft de diplomatieke ijslaag tussen Paramaribo en Den Haag al in 2021 doorbroken en de band grondig hersteld.
Simons doet nu alsof er een nieuwe doorbraak plaatsvindt, terwijl ze feitelijk leunt op Santokhi’s eerdere diplomatieke fundament.
De diplomatieke dooi begon al in 2021
Onder president Santokhi kende de relatie met Nederland een spectaculaire ommekeer. Na tien jaar van bekoelde of zelfs bevroren verhoudingen blies hij de samenwerking nieuw leven in.
Al in februari 2021 werd aan beide zijden een ambassadeur geaccrediteerd, een historisch moment nadat die posten jarenlang onbezet waren gebleven.
Op één dag presenteerden Henk van der Zwan (voor Nederland in Suriname) en Rajendre Khargi (voor Suriname in Nederland) hun geloofsbrieven. Daarmee waren beide landen na lange tijd weer op het hoogste diplomatieke niveau vertegenwoordigd – het expliciete doel om de verbroken relatie te herstellen was daarmee bereikt.
Santokhi’s fundament vormt de basis van de huidige relatie
Santokhi zelf noemde de relatie toen “volledig hersteld” en klaar om verder uit te bouwen. De wederzijdse toenadering bleef niet bij woorden: in september 2021 ontmoette Santokhi premier Mark Rutte in Den Haag, en een jaar later zette Rutte voet op Surinaamse bodem – voor het eerst in jaren een Nederlands regeringshoofd in Paramaribo – wat volgens Santokhi bewees dat Nederland het vertrouwen in Suriname had teruggevonden.
Ambassadeurs, werkbezoeken, investeringsplannen: Santokhi legde de basis en bouwde gestaag aan wederzijds
vertrouwen.
Simons bouwt voort op bestaand beleid zonder nieuwe doorbraak
President Simons beweert de banden te “verdiepen”. Op het VN-podium in september benadrukte ze de “historische band” met Nederland en kondigde ze doodleuk aan dat Suriname werkt aan “herstel van diplomatieke vertegenwoordiging” op ambassadeursniveau een opmerkelijke uitspraak, aangezien Suriname allang weer een
ambassadeur in Den Haag hád sinds 2021.
Dat er op dit moment überhaupt iets te “herstellen” valt, komt enkel doordat Simons’ eigen regering die post onlangs vacant maakte.
Haar veelgeprezen benoeming van Ricardo Panka als nieuwe Surinaamse ambassadeur in Nederland moet dan ook in dat licht worden gezien: niet als frisse start, maar als vervolg.
Panka kreeg van Simons de opdracht de relatie verder “te verdiepen en te versterken” maar hij treedt simpelweg in de voetsporen van Khargi, die vier jaar eerder door Santokhi als ambassadeur was geïnstalleerd en toen al de brug naar Den Haag had geslagen.
Simons lift kortom mee op het diplomatieke werk van Santokhi. Er is geen sprake van een nieuwe doorbraak of een door haar afgedwongen koerswijziging – hooguit van continuïteit.
Johan Blomhof
Dit artikel betreft een ingezonden opiniestuk. Voor de publicatie van ingezonden artikelen hanteren wij specifieke voorwaarden. Voor meer informatie of om zelf een ingezonden bericht te sturen, kunt u contact opnemen via [email protected] of direct via WhatsApp.
Let op: Publicatie van opiniestukken houdt niet in dat GFC Nieuws het eens is met de inhoud








