Criticus Earl Gerard Sabajo spreekt zich fel uit tegen de aanhoudende corruptie in Suriname.
Volgens hem herhalen regeringen sinds de onafhankelijkheid in 1975 steeds dezelfde belofte: corruptie zal worden aangepakt en er komt meer transparantie, maar in de praktijk verandert er weinig.
Sabajo wijst op de recente kwestie rond ex-minister Dinotha Vorswijk van Grond- en Bosbeheer. Volgens hem heeft de minister gronden uitgegeven in het gebied van Powaka, dat van oudsher door inheemse gemeenschappen wordt bewoond en beschermd.
“Dit is niet per ongeluk of uit onwetendheid gebeurd, maar bewust en met volledige kennis van de gevolgen,” stelt hij.
Volgens Sabajo is dit een grove schending van de rechten van de inheemse bevolking. “Wanneer een minister gronden uitgeeft die al eeuwen bij de inheemse gemeenschap horen, dan is dat geen fout maar een bewuste aanval op ons bestaan en erfgoed,” zegt hij.
Hij benadrukt dat dit mogelijk corrupte motieven betreft en dat minister Vorswijk hiervoor verantwoording moet afleggen.
De gemeenschap van Pikin Saron wacht ondertussen gespannen af op hun hoger beroep. Volgens Sabajo is dit een teken van hoe vaak inheemse rechten worden genegeerd. Jongeren voelen zich keer op keer miskend en verliezen daardoor hun vertrouwen in de staat.
“Het rechtssysteem kijkt te vaak maar met één oog, terwijl er eerlijk en volledig geoordeeld zou moeten worden,” aldus Sabajo.
Hij verwijt het Surinaamse rechtssysteem en de politieke leiders dat grote zaken worden toegedekt, terwijl kleine fouten van gewone burgers streng worden aangepakt.
“De ministers, familieclans en politieke grootverdieners die gronden en concessies weggeven, lopen vrij rond, beschermd door hun macht,” zegt hij.
Sabajo richt zich tot president Jennifer Simons: “Het volk wil geen nieuwe speeches en lege beloften. Het wil daden. Het wil eerlijkheid en moed om de corruptie echt aan te pakken, ook als dat betekent dat politieke vrienden geraakt worden.”
Hij besluit met een duidelijke oproep: “De president moet nu laten zien of zij een echte leider is die de strijd tegen corruptie aandurft, of dat zij net als haar voorgangers wegloopt zodra het menens wordt.”