De regering van Suriname zet belangrijke stappen om de druk op de portemonnee van de burger te verlichten.
Een van de pijlers is streng toezicht op de prijzen via de Economische Controle Dienst (ECD). Tegelijkertijd wordt inzet gepleegd op een sober overheidsbeleid om onnodige uitgaven te vermijden.
Vicepresident Gregory Rusland stelde onlangs dat het essentieel is dat overheidsuitgaven worden teruggeschroefd waar mogelijk, zodat middelen vrijgemaakt kunnen worden voor kernbehoeften van de samenleving.
Prijscontrole, vooral op basisgoederen, wordt gezien als direct middel om de stijgende kosten van levensonderhoud te beteugelen.
Financiële situatie in Suriname
Inflatie is recentelijk aanzienlijk gedaald. Waar eerder de inflatie meer dan 60% bedroeg, ligt het jaar-op-jaar percentage anno medio 2025 rond de 6–8%, met maandelijkse schommelingen.
Wisselkoers, importkosten en prijsstijgingen voor medicijnen, brandstof en levensmiddelen blijven belangrijke zorgen. De zwakte van de Surinaamse dollar drijft de prijs van geïmporteerde goederen verder op.
De staatsschuld is hoog: meer dan 100% van het BBP volgens nationale definities, al zijn er ook internationaal gehanteerde definities waarbij het iets lager uitkomt.
In 2024 bedroeg het begrotingstekort ongeveer 2,6% van het BBP. In 2025 kwam Suriname beginjaar te staan met een tekort, mede door verhoogde overheidsuitgaven en kapitaalinjecties door de Centrale Bank van Suriname (CBvS).
Tegelijkertijd zijn er tekenen van herstel. De financiële reserves van Suriname zijn redelijk, wat zowel in politieke uitspraken als in rapporten terugkomt, en het beleid richt zich steeds meer op fiscale discipline en stabiliteit.