Vaak hoor je klachten dat huizen, meubels en huishoudelijke apparaten van tegenwoordig veel sneller stuk gaan dan vroeger.
Waar oma’s diepvriezer uit de jaren ’90 soms nog steeds draait, moet een moderne koelkast soms na enkele jaren alweer vervangen worden.
Veel mensen wijzen met de vinger naar fabrikanten die bewust besparen op kwaliteit, maar volgens een analyse van GFC Nieuws ligt de oorzaak dieper: bij de centrale banken en het verlies aan koopkracht.
In de afgelopen decennia konden jonge mensen in veel landen met een middelbareschooldiploma en één inkomen al snel een huis kopen.
Tegenwoordig lukt dit pas veel later in het leven, vaak pas rond het midden van de dertig, en meestal met twee inkomens.
Door de voortdurende geldontwaarding hebben gezinnen veel minder te besteden. Het gevolg is dat de consument niet langer op kwaliteit let, maar vooral op de prijs.
Bedrijven en bouwers hebben zich aangepast aan die veranderde vraag. Omdat de massa kiest voor goedkope producten, is het voor producenten simpelweg niet rendabel meer om duurzame, hoogwaardige goederen te maken.
Een aannemer die vandaag huizen zou bouwen met de kwaliteit van de jaren ’60, zou ze nauwelijks kunnen verkopen. De prijs zou voor de gemiddelde koper onbetaalbaar zijn.
Ook in Suriname zien we dit terug.
In de meubelwinkels kiezen veel mensen voor goedkope kasten of stoelen die na enkele jaren scheuren of loslaten, in plaats van voor degelijk hardhouten meubels die vroeger generaties meegingen.
Huishoudelijke apparaten zoals stofzuigers, ventilatoren of waterkokers begeven het vaak al na één of twee jaar, terwijl oudere modellen tientallen jaren meegingen.
Zelfs kleding uit goedkope importlijnen is vaak na een paar wasbeurten al versleten.
De inflatie van de afgelopen jaren heeft ertoe geleid dat Surinamers simpelweg niet anders kunnen.
Men kijkt naar wat vandaag betaalbaar is, en niet naar duurzaamheid op de lange termijn.
Zolang centrale banken blijven zorgen voor geldontwaarding, zal de consument gedwongen blijven om vooral op prijs te kopen.
Het herstellen van koopkracht en “gezond geld” is volgens critici de enige manier om terug te keren naar betaalbare kwaliteit.