Nederlandse justitie wil dat OM Suriname vp Brunswijk ondervraagt over herkomst goudstaven in woning Piet Wortel

De relatie tussen vicepresident Ronnie Brunswijk en de crimineel Piet Wortel, in het licht van de recente onthullingen over goudstaven ter waarde van euro 6 miljoen, vereist dringend nader onderzoek.

Deze week heeft de officier van Justitie in Nederland aangegeven weinig geloof te hechten aan de verklaring van Brunswijk dat de goudstaven gevonden in de woning van Wortel zijn eigendom zijn.

Wortel wordt door de Nederlandse justitie ondervraagd in verband met een spraakmakende witwaszaak, waarbij hij zijn betrokkenheid blijft ontkennen.

Vorig jaar werden in samenwerking met de Surinaamse autoriteiten invallen gedaan op verschillende adressen, waaronder de huizen van Piet Wortel.

Bij deze invallen werden goudstaven ontdekt, waarbij Wortel beweerde dat deze eigendom waren van vicepresident Brunswijk. De vicepresident heeft deze claim bijna een jaar later bevestigd via een verklaring die werd vastgelegd door een notaris.

De Nederlandse officier van Justitie heeft echter ernstige twijfels geuit over de geloofwaardigheid van de verklaring van Brunswijk, die naar zijn zeggen weinig toevoegt aan de zaak van Piet Wortel.

De officier van Justitie verklaarde aan het AD: “Ik heb hier een A4’tje met een handtekening van Brunswijk eronder. Misschien heeft de notaris die handtekening gecontroleerd. Maar ik krijg niet de indruk dat de hele verklaring in zijn bijzijn is afgelegd. Het is bovendien summier en zonder enige onderbouwing.”

Naast zijn bedenkingen over de verklaring, wijst de officier erop dat Brunswijk en Wortel goede vrienden zijn, wat mogelijk de intentie van Brunswijk om ‘zijn matie uit de brand te helpen’ kan verklaren.

De Nederlandse justitie heeft daarom een verzoek ingediend bij Suriname om vicepresident Brunswijk te ondervragen over de herkomst van de goudstaven. Dit verzoek ligt momenteel bij de minister van Justitie in Suriname, en het verhoor zou in de komende maanden moeten plaatsvinden.

“We zijn zeer benieuwd naar zijn antwoorden. De verklaring van de vicepresident roept veel meer vragen op dan dat het antwoorden geeft. Die hopen we alsnog te krijgen,” aldus de officier van Justitie.