Nederland moet met haar tengels afblijven van Suriname en geen belastingen komen heffen in de voormalige kolonie.
Laat Nederland dat maar gaan doen op de Antillen. Suriname mag nooit meer een wingewest worden van Nederland.
Maar door het belastingverdrag tussen Nederland en Suriname is dit helaas wel nog steeds het geval. Nederland heeft het slim en goed geregeld, terwijl Suriname geen raad weet
Suriname moet het belastingverdrag met Nederland opzeggen en een nieuw verdrag aangaan en zeker zelf een belastingparadijs worden net als de Nederlandse Antillen.
Hier liggen de enorme kansen nu Suriname afstevent op Gas en Oil. Ik durf te wedden dat als Suriname dit doet de investeerders uit Suriname in de rij gaan staan op Zanderij.
Want Nederlanders en vooral Nederlandse ondernemers zijn moe van het betalen van hoge belastingen. Hier liggen voor Suriname grote kansen!
Wanneer koning Willem-Alexander binnenkort zijn bezoek aan Suriname aflegt, zou hij niet alleen de gebruikelijke plechtigheden en foto’s met lokale elites moeten meemaken.
Er moet ook onverbiddelijk worden gewezen op een praktijk die de koloniale verhoudingen in het heden voortzet: Nederland heft in belangrijke mate belastingen in Suriname — een voormalige kolonie die daardoor structureel nadeel ondervindt.
Dat is geen neutrale juridische aangelegenheid, maar een politieke en morele kwestie.
Het is tijd dat de regering-Simons–Rusland daadkracht toont: het belastingverdrag met Nederland dient met onmiddellijke ingang kritisch herzien of opgeheven te worden.
Nederland maakt misbruik, Suriname staat het toe
De technische rechtvaardiging die Nederland en soms ook Surinaamse onderhandelaars aanvoeren — dat verdragen tussen staten belastingrechten toewijzen en dat dit wettelijk is toegestaan — maskeert een fundamentele ongelijkheid.
Juridische gelijkheid bestaat op papier; in de praktijk is de relatie asymmetrisch. Nederland is een rijk, ontwikkeld land met ruime fiscale expertise, internationale netwerken en operationele capaciteit. Suriname is een klein land met beperkte bestuurlijke middelen en een fragiele economie.
Wanneer Nederland belastingheffing tot ver op Surinaams grondgebied uitoefent, verhoudt dat zich niet tot gelijkwaardige partnerschap, maar tot een hedendaagse voortzetting van uitbuitende relaties.
Suriname is nog steeds in wingewest van Nederland
Historische context maakt deze praktijk extra pijnlijk. Suriname werd eeuwenlang leeggezogen: eerst tijdens de trans-Atlantische slavernij, later via contractarbeid waarmee Nederlandse ondernemingen goedkope arbeid exploiteerden.
Ook na onafhankelijkheid bleef economische en fiscale stromen richting Nederland lopen, al dan niet via complexe structuren en verdragen.
Dat Nederland nu, met alle kennis en middelen in huis, actief belastingen int in Suriname moet dus niet los gezien worden van die voorgeschiedenis. Voor veel Surinamers voelt het alsof de ex-kolonialist nog steeds aan de geldkraan zit.
Nederland ontziet haar eigen Antillen en buit Suriname nog steeds uit
Een goed voorbeeld van de asymmetrie is niet alleen dat Nederland actief kan innen, maar ook dat het zijn eigen Caribische eilanden — Curaçao, Bonaire, Sint-Maarten — een veel vriendelijker fiscaal regime gunt. Bedrijven en vermogenden vinden daar vaak fiscale soelaas; lokaal eigendom en kapitaal worden op andere manieren behandeld dan in Suriname.
Het contrast is schrijnend: dezelfde staat die op haar eilanden soepelheid toelaat, treedt in Suriname op als verrekte fiscus die helemaal in Suriname belasting komt heffen.
Voor een onafhankelijke en soevereine staat is dit onaanvaardbaar: fiscale beleid is kernsoevereiniteit, en het feit dat Nederland in de praktijk beter in staat is te heffen dan Suriname maakt de soevereiniteit van Suriname deels illusoir.
De grote kans voor Suriname om Nederland een lesje te leren
Als Suriname zichzelf ontwikkelde tot een fiscaal vriendelijk internationaal knooppunt — vergelijkbaar met hoe sommige Nederlandse Caribische eilanden zich positioneren — zou dat directe economische kansen kunnen opleveren. Wat zijn de enorme kansen:
• Meer buitenlandse investeringen: lagere en aantrekkelijke belastingtarieven trekken bedrijven, financiële dienstverleners en ondernemers aan die winst of kapitaal willen parkeren.
• Meer werkgelegenheid en kennisoverdracht: nieuwe bedrijven brengen banen, opleidingen en expertise mee in fintech, trustdiensten, administratie en juridische dienstverlening.
• Groei van de financiële sector: banken, verzekeraars en assetmanagers vestigen zich, wat leidt tot meer binnenlandse financiële intermediaircapaciteit en belastinginkomsten op andere posten (bv. arbeid, consumptie).
• Stimulans voor lokale ondernemers: een gunstig zakelijk klimaat maakt het makkelijker voor Surinaamse start-ups en exporteurs om te groeien en internationaal samen te werken.
• Vermindering van fiscale afhankelijkheid: door fiscale soevereiniteit terug te nemen kan Suriname zelf voorwaarden stellen en opbrengsten veiligstellen, in plaats van dat externe autoriteiten invloed uitoefenen.
Eenvoudig uitgelegd: stel je voor dat bedrijven kiezen waar ze hun hoofdkantoor of financiële structuur onderbrengen.
Als Suriname lagere belastingen en duidelijke, stabiele regels biedt, kiezen ze voor Suriname — dat brengt geld, banen en expertise binnen.
Uiteraard vergt dit sterke regelgeving, transparantie tegen misbruik en investeringen in toezicht; zonder die safeguards kan zo’n positie ook risico’s en reputatieschade met zich meebrengen.
Met de juiste wetgeving en regionale samenwerking kan Suriname echter profiteren van een fiscaal vriendelijk klimaat zonder zijn soevereiniteit prijs te geven.
Suriname en Surinamers worden nog steeds uitgebuit, nu met belastingverdragen
De argumentatie dat verdragen simpelweg nu “wettelijk” zijn, houdt juridisch misschien stand, maar negeert politieke realiteit en ongelijkheid. Belastingverdragen zijn ontworpen om dubbele belasting te voorkomen en fiscale onzekerheid weg te nemen tussen gelijkwaardige staten.
In relaties tussen voormalige koloniserende machten en kleine, zwakkere staten kunnen diezelfde verdragen echter fungeren als instrumenten waarmee kapitaal en inkomsten naar de voormalige koloniale macht terugvloeien.
Suriname heeft niet dezelfde middelen om die verdragen effectief bij te sturen, te controleren of op gelijke voet uit te voeren. Daardoor profiteert Nederland relatief veel meer: toegang tot informatie, mogelijkheden tot invordering en juridische faciliteiten in internationale fora.
Hoe doet Nederland het? En waarom werkt Suriname mee aan deze vorm van uitbuiting?
Wat betekent dit concreet voor de Surinaamse burger? Neem een simpele erfenis of een kleine investering. In theorie zou een erflater binnen Suriname alleen aan Surinaamse regels hoeven te voldoen.
In de praktijk kunnen Nederlandse fiscale bepalingen en heffingsmechanismes voor onverwachte lasten zorgen: buitenlandse bankrekeningen worden bekeken, Nederlandse belastingautoriteiten vragen informatie op en kunnen via verdragsmechanismen heffingen afdwingen.
Voor gewone Surinamers zonder complexe internationale adviesstructuren betekent dit extra kosten, administratieve lasten en vaak oneerlijke fiscale druk.
Wat moet Suriname doen om de slimme uitbuiting van Nederland te stoppen?
De mogelijke manieren:
• Suriname moet zijn fiscale soevereiniteit herstellen en het belastingverdrag met Nederland dringend herzien of opzeggen als het niet langer in het nationaal belang werkt. Dat is geen lichtzinnige aanbeveling; het vereist diplomatieke slagkracht en juridische voorbereiding. Maar het is politiek en moreel verantwoord. Een onafhankelijk land moet kunnen beslissen wie het belastingrecht uitoefent over inkomsten die in zijn eigen territorium of onder zijn eigen burgers ontstaan.
• Een bredere eis is symbolisch maar relevant: erkenning en verantwoording. Het Nederlandse politieke debat blijft te vaak steken in abstracties en diplomatieke beleefdheden. Wie de historische schuld kent, begrijpt dat erkenning en herstel niet louter over slavernijherdenkingen gaan, maar ook over de concrete economische relaties vandaag.
Als koning of ministers Nederlandse belangen komen promoten in Paramaribo, moet de Surinaamse regering hun ook dwingen te luisteren naar de verhalen van structurele ongelijkheid die voortleven in belastingpraktijken.
Het is tijd voor de regering Simons om deze kwestie hoog op de agenda te zetten, om juridische stappen te voorbereiden en diplomatieke druk op te voeren.
Het is tijd voor Nederland om zijn fiscale relatie met Suriname eerlijker en minder paternalistisch te maken. En het is vooral tijd dat Surinamers niet langer de rekening van historische uitbuiting en hedendaagse asymmetrie hoeven te betalen.
De kroonvisit is het uitgelezen moment om die boodschap — luid en ondubbelzinnig — over de tafel te vegen.
Conclusie:
Voor Suriname betekent dat autonomie over wie, hoe en waar belast wordt — zodat Surinamers die een erfenis ontvangen of een bedrijf opbouwen niet onnodig gestraft worden door een buitenlands belastinginstrument.
De huidige fiscale praktijk waarbij Nederland effectief belastingrechten uitoefent in Suriname is meer dan een juridische nuance: het is een voortzetting van een ongelijk en uitbuitend historisch patroon.
Zolang verdragen die ogenschijnlijk neutraal lijken niet worden herzien ten gunste van echte wederkerigheid en soevereiniteit, blijft Suriname financieel en politiek gediscrimineerd.
De regering Simons-Rusland moet daadkracht tonen: het belastingverdrag met Nederland kritisch heronderhandelen of opzeggen, capaciteitsopbouw eisen en regionale alternatieven verkennen.
Alleen zo herwint Suriname controle over zijn eigen fiscale lot en voorkomt het dat de erfenis van koloniale uitbuiting zich in de portemonnee van hedendaagse Surinamers blijft voortzetten.
Het bezoek van de Nederlandse koning biedt een kans om deze eis publiek en onmiskenbaar te stellen — en Nederland de morele en politieke rekening te presenteren.
Suriname moet het belastingverdrag met Nederland opzeggen en een nieuw verdrag aangaan en zeker zelf een belastingparadijs worden net als de Nederlandse Antillen. Hier liggen de enorme kansen nu Suriname afstevent op Gas en Oil.
Ik durf te wedden dat als Suriname dit doet de investeerders uit Suriname in de rij gaan staan op Zanderij. Want Nederlanders en vooral Nederlandse ondernemers zijn moe van het betalen van hoge belastingen. Hier liggen voor Suriname grote kansen!
Suriname moet relaties aangaan met landen die wat brengen en niet al eeuwen zijn komen halen.
Dr. Ashwin Ramcharan RO