In Suriname is kleding allang niet meer alleen een kwestie van stijl of persoonlijke voorkeur.
Het dragen van bepaalde kleuren wordt steeds vaker gezien als een subtiele verwijzing naar politieke overtuigingen.
Waar een tint rood of groen vroeger eenvoudigweg als modieus of feestelijk gold, wordt het tegenwoordig al snel gekoppeld aan een politieke partij.
Voor veel mensen is dit reden genoeg om bepaalde kledingstukken in de kast te laten hangen.
Kleuren als oranje, paars en geel zijn door de jaren heen zo sterk verbonden geraakt met politieke organisaties, dat ze nauwelijks nog neutraal ogen.
Wie zich in een drukke straat of tijdens een sociaal evenement in een felgekleurde outfit vertoont, loopt het risico dat er vragen worden gesteld of meningen worden gevormd over politieke voorkeuren.
Voor sommige inwoners voelt dat beklemmend, omdat mode in hun ogen een vorm van zelfexpressie zou moeten blijven.
Een bouwvakker in Paramaribo vertelt aan GFC Nieuws Lifestyle dat hij dol is op oranje kleding, maar toch aarzelt om dit in het openbaar te dragen.
“Ik wil gewoon mezelf zijn, zonder dat iemand daar meteen een politieke boodschap in leest,” legt hij uit. Deze ervaring wordt door velen gedeeld, ook op privéfeesten en formele gelegenheden.
Volgens een minianalyse van GFC Lifestyle is de situatie te verklaren door de krachtige visuele strategieën die partijen inzetten.
Door het gebruik van opvallende kleuren in campagnes en evenementen zijn deze tinten bijna synoniem geworden met partijpolitiek.
Toch leeft bij velen de hoop dat mode op termijn weer loskomt van deze lading. Een kleur kiezen omdat je die mooi vindt, zou voldoende moeten zijn, zonder dat er meteen politieke interpretaties aan worden gehangen.