Ministersposten zijn geen partijbezit, waarschuwt Simons

ndp simons

De zes partijen die samen de nieuwe regering van Suriname willen vormen, hebben op zondag 1 juni een samenwerkingsovereenkomst ondertekend.

In het akkoord is vastgelegd hoe de ministeries en hoge bestuursfuncties voorlopig worden verdeeld. Daarbij is echter duidelijk afgesproken dat de posten géén partijbezit zijn, maar dat zij in het landsbelang gezamenlijk zullen worden ingevuld.

Volgens de ondertekenaars is de toewijzing van ministeries slechts een eerste stap. De uiteindelijke voordracht van kandidaten per ministerie moet eerst worden voorgelegd aan de voorgedragen presidentskandidaat voor goedkeuring.

Er wordt gekeken naar deskundigheid, ervaring en geschiktheid voor het landsbestuur, aldus NDP-voorzitter Jenny Simons, die als presidentskandidaat wordt voorgedragen door de nieuwe coalitie.

Simons benadrukte tijdens een persmoment na de ondertekening dat er binnen de coalitie brede consensus is dat posten niet automatisch toekomen aan politieke loyalisten.

“Als een partij een deskundige heeft op een bepaald terrein, dan wordt die persoon benaderd voor de functie,” lichtte zij toe.

De verdeling is als volgt:

De Nationale Democratische Partij (NDP) zal de president en de voorzitter van De Nationale Assemblée leveren, en mag acht ministeries invullen.

De Nationale Partij Suriname (NPS) krijgt de vicepresident, de eerste vervanger van de DNA-vicevoorzitter, en vier ministeries.

De Algemene Bevrijdings- en Ontwikkelingspartij (ABOP) behoudt grotendeels dezelfde ministeries als in de vorige regeerperiode, wat heeft geleid tot scherpe kritiek vanuit de samenleving.

Pertjajah Luhur (PL) krijgt Grond- en Bosbeheer en Defensie.

Alternatief 2020 (A20) mag Economische Zaken invullen.

Broederschap en Eenheid in de Politiek (BEP) is verantwoordelijk voor Transport, Communicatie & Toerisme.

De hernieuwde toewijzing van bepaalde ministeries aan dezelfde partijen als in de afgelopen regeerperiode, met name bij de ABOP, stuit op weerstand. Kritische stemmen vinden dat dit kan leiden tot de voortzetting van beleid waar juist verandering werd verwacht.

De coalitiepartners onderstrepen echter dat het regeerakkoord niet louter een verdeling van posten behelst, maar een gezamenlijke belofte is om de bestuurskracht van Suriname te versterken. In een latere fase zullen ook de strategische functies binnen het overheidsapparaat besproken worden.