In het dagelijks leven in Suriname komt men vaak woorden tegen die een rijke geschiedenis hebben. Één daarvan is het begrip “bakra”.
Voor veel mensen roept dit direct beelden op van witten of buitenlanders, maar de oorsprong en de betekenis zijn genuanceerder dan vaak wordt gedacht.
Het woord is terug te voeren op het Portugees en Spaans, waarin “blanco” of “branco” werd gebruikt om een persoon met een lichte huid aan te duiden.
Via de koloniale geschiedenis en de mengelmoes van talen die Suriname kenmerkt veranderde dit uiteindelijk in de benaming “bakra”.
Voor de tot slaaf gemaakten in het verleden stond het synoniem voor de machthebber of de plantagehouder en kreeg het woord een duidelijke sociale lading.
Vandaag de dag klinkt het nog steeds vaak op straat, in gesprekken of in muziek.
Soms wordt het speels gebruikt om iemand met een westerse achtergrond aan te duiden, soms zit er een ondertoon van afstand of kritiek in.
De context bepaalt dus hoe zwaar het woord weegt.
Interessant is dat veel Surinamers het ook toepassen voor landgenoten die door hun gedrag of manier van leven als “niet-Surinaams” worden gezien, bijvoorbeeld iemand die te strak de Nederlandse regels volgt of een Europese levensstijl nastreeft.
Een analyse van GFC Nieuws Lifestyle wijst uit dat dit soort termen veel vertellen over hoe onze samenleving naar zichzelf en naar anderen kijkt.
In het geval van “bakra” gaat het niet alleen om huidskleur, maar ook om macht, cultuur en identiteit.
Het gebruik van dit woord is daarmee een spiegel van de koloniale erfenis en van de hedendaagse omgangsvormen in Suriname.