“Er was wel geld, maar de prioriteiten waren verkeerd”, zegt Gajadien over infrastructuurbeleid

aziz gajadien

Volgens VHP-parlementariër Asis Gajadien heeft Suriname de afgelopen jaren onnodig geleden onder een reeks gemiste kansen op het gebied van infrastructuurverbetering.

“Het geld was er, maar de prioriteiten waren verkeerd,” aldus Gajadien, die daarmee kritiek uit op het beleid van de huidige minister van Openbare Werken, Riad Nurmohamed. Deze stelde in 2023 dat “het volk de prijs betaalt voor het stemmen op de NDP.”

In de periode 2022–2024 werden miljoenen Surinaamse dollars vrijgemaakt voor projecten als de renovatie van de Gemenelandsweg, de Coesewijnestraat, de Mahonylaan, de Riobambaweg, en meerdere hoofdaders in Paramaribo-Noord. Desondanks bleef de uitvoering achter.

Slechts enkele projecten bereikten hun voltooiing, en vaak met aanzienlijke vertragingen. Ondertussen bleven burgers maandenlang worstelen met modderige straten, kapotte wegen en verstikte afvoersystemen.

Volgens het 2023-rapport van CoST Suriname (Infrastructure Transparency Initiative) bleken structurele knelpunten de oorzaak van de vertragingen.

Projectvoorbereidingen waren vaak incompleet, er was gebrek aan duidelijke aanbestedingsprocedures en communicatie met lokale gemeenschappen liet te wensen over. Dit leidde niet alleen tot frustratie bij burgers, maar ook tot extra kostenposten voor herstelwerkzaamheden en noodmaatregelen.

Gajadien stelt dat het probleem niet ligt bij de beschikbaarheid van middelen, maar bij het gebrek aan bestuurlijke daadkracht en coördinatie. “De middelen zijn opgehaald via leningen, internationale ondersteuning en nationale begrotingsruimte. Maar als de uitvoering faalt, zijn het de mensen in de wijken die in het stof bijten – letterlijk en figuurlijk.”

Gajadien: “Als je weet dat je de uitvoering niet aankan, stel dan niet elk jaar opnieuw grootschalige projecten in het vooruitzicht aan het volk. Dat is misleiding. De mensen hebben genoeg van loze beloftes en kapotte wegen.”

De parlementariër benadrukt dat dit soort bestuurlijke tekortkomingen de politieke prijs hebben verhoogd die de VHP bij de verkiezingen heeft moeten betalen. “Je kunt de bevolking niet blijven vragen om offers te brengen, terwijl ze letterlijk met hun voeten in de modder staan.”