Stond de minister GBB nog wel in zijn recht om het grondhuurrecht van Sandiep Seemangal in te trekken “in het algemeen belang”, indien het publiek looppad naar de steiger al een bestaande of door langdurig gebruik ontstane erfdienstbaarheid vormde, die op grond van het droit de suite het perceel toch al belastte?
De discussie over de intrekking van Sandiep Seemangal grondhuur draait volgens de minister om één punt: het publiek moet toegang houden tot de steiger bij Leonsberg.
Maar wie het recht goed leest, ziet dat de minister precies dáár de plank misslaat — en het “algemeen belang”-argument juridisch in elkaar zakt.
Het pad naar de steiger bestaat al decennialang. Iedereen weet dat. Zelfs de overheid wist dat, lang vóór het
perceel op 14 mei 2025 aan Sandiep Seemangal werd uitgegeven.
Dat publieke, onafgebroken gebruik heeft een juridische betekenis die de minister gemakshalve negeert: het kan duiden op het ontstaan van een erfdienstbaarheid van weg, een beperkt zakelijk recht dat door bestendig en zichtbaar gebruik kan ontstaan.
En hier komt het belangrijke goederenrechtelijke principe in beeld: droit de suite — het zaaksgevolg. Een
erfdienstbaarheid “plakt” aan het perceel zelf. Het maakt dus niet uit wie de grondhuurder is: het recht van
doorgang blijft bestaan en moet worden gerespecteerd.
Als er al een erfdienstbaarheid rustte op het perceel, of eenvoudig had kunnen worden gevestigd, dan is het
publieke belang volledig te waarborgen zónder dat de overheid het zware middel van intrekking hoefde te
gebruiken. Dat maakt de intrekking disproportioneel en onnodig.
Het Decreet Uitgifte Domeingrond (S.B. 1982 no. 11) vereist dat de overheid alléén tot intrekking overgaat
wanneer er geen lichter, minder ingrijpend middel bestaat.
Dat staat niet expliciet in één artikel, maar volgt uit de systematiek van zorgvuldigheid, belangenafweging en het verbod van willekeur — allemaal kaders die de overheid binden.
Maar hier bestonden alternatieven in overvloed:
• erfdienstbaarheid van weg;
• gedeeltelijke aanpassing van perceelsgrenzen;
• contractuele afspraken;
• publiekrechtelijke aanwijzing van doorgang.
De minister koos desondanks voor het meest drastische middel. Dat is niet “algemeen belang”, dat is bestuurlijke gemakzucht. De minister ziet een probleem waar het recht al een oplossing bood.
Sandiep Seemangal wordt geslachtofferd voor iets dat juridisch al geregeld wás — en nog steeds geregeld kán zijn.
De conclusie is helder: hoe langer men kijkt, hoe zwakker het besluit wordt.
Johan Blomhoff
Dit artikel betreft een ingezonden opiniestuk. Voor de publicatie van ingezonden artikelen hanteren wij specifieke voorwaarden. Voor meer informatie of om zelf een ingezonden bericht te sturen, kunt u contact opnemen via [email protected] of direct via WhatsApp.
Let op: Publicatie van opiniestukken houdt niet in dat GFC Nieuws het eens is met de inhoud




![[Aggregator] Downloaded image for imported item #421551](https://www.gfcnieuws.com/wp-content/uploads/2025/11/WhatsApp-Image-2025-11-25-at-03.05.07-1024x662-1.jpeg)


