De Melkcentrale is slechts het topje van de ijsberg.
Achter de façade van Surinaamse staatsbedrijven, bedoeld om de samenleving te dienen, schuilt een systematisch patroon van fraude, gemakzucht en het ontbreken van controle. Het is een patroon dat zich herhaalt bij elk staatsbedrijf waar publiek geld beheerd wordt.
Bij de N.V. Melkcentrale Suriname verdwenen sinds 2018 ruim SRD 17 miljoen buiten de boekhouding. Wekelijks werd gemiddeld SRD 300.000 aan contante opbrengsten uit productverkoop verzameld.
Volgens de regels moest dat geld direct bij de bank worden gestort. In de praktijk verdwenen grote sommen in de zakken van enkelen.
Stortingsbewijzen werden vervalst, administratie werd bijgewerkt met valse notities, en de functiescheiding tussen kasbeheer, administratie en toezicht bestond alleen op papier.
Zelfs de onderdirectie Administratieve Diensten werkte mee aan het manipuleren van cijfers, terwijl de Raad van Commissarissen slechts oppervlakkig werd geïnformeerd.
Maar de Melkcentrale is geen uitzondering. Bij de EBS verdwenen miljoenen aan kasvoorraden door vervalste facturen en schijncontracten. Niemand controleerde wie verantwoordelijk was, en het geld verdween in de zakken van enkelen.
Bij de SLM werden tickets en brandstofdeals gebruikt voor persoonlijke verrijking. Ook hier werd nauwelijks verantwoording gevraagd; de betrokkenen konden jarenlang doorgaan zonder gevolgen. Bij SBB kwamen systematische misbruiken van houtconcessies aan het licht, wat leidde tot illegale export en enorme schade voor het land.
Het patroon is duidelijk: publieke middelen worden beheerd alsof ze privébezit zijn. Controlemechanismen falen volledig, functiescheiding wordt genegeerd, en verantwoordelijken zwijgen of kijken weg.
Terwijl de samenleving worstelt met economische schaarste en stijgende prijzen, verdwijnen miljoenen ongemerkt in de zakken van enkelen.
Wat de Melkcentrale en andere staatsbedrijven zo gevaarlijk maken, is dat ze een schijn van normaliteit creëren. Routineprocessen zoals contante stortingen, ticketverkoop of concessiebeheer worden gebruikt als dekmantel voor jarenlang misbruik. Jaarrekeningen blijven uit, toezichthouders nemen geen verantwoordelijkheid, en corruptie groeit ongestoord.
Het is tijd dat deze patronen worden doorbroken. Publiek geld is geen speelbal van enkelen; het is het zuurverdiende bezit van elke Surinamer.
Staatsbedrijven moeten niet langer synoniem zijn met gemakzucht, stilzwijgende medeplichtigheid en miljoenenfraude. Het land verdient transparantie, verantwoordingsplicht en strikte controle — van melk tot miljoenen.
D. Mohari