Cursus Basisschool Begeleider moet markeerpunt vormen in onderwijsvernieuwing

schoolklas

Een van de meest belangrijke aspecten binnen de onderwijsvernieuwing, is dat zittenblijven niet meer mogelijk is dan wel beperkt moet worden. Het is van belang dat zwakke leerlingen geïdentificeerd en begeleid worden om zodoende leerachterstanden weg te werken.

Het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (MinOWC) heeft daarom de cursus “Basisschool Begeleiders Taal en Rekenen (Lezen & Schrijven)” ontwikkeld om leerkrachten van het basisonderwijs zodanig toe te rusten dat zij in staat zijn om met de aangereikte methoden en technieken de leerlingen te ondersteunen.

 

De kick-off van deze cursus heeft op dinsdag 7 november 2023 plaatsgevonden op het Instituut voor de Opleiding van Leraren (IOL). Onderwijsminister Henry Ori spreekt van een markeerpunt in het proces van onderwijsvernieuwing, waarbij met ondersteuning van het IOL het curriculum voor de training is ontwikkeld.

Met behulp van deze cursus tracht het MinOWC vooral de lees-, schrijf-, taal- en rekenproblemen bij de leerlingen van de basisscholen zo veel als mogelijk te verbeteren.

Het is een learning-by-doing cursus, wat betekent dat de cursisten een dag per schoolweek les volgen op het IOL en de resterende vier dagen in hun klassen bezig zijn met de leerlingen.

Minister Ori merkt op dat het percentage zittenblijvers en uitvallers geen mooie parameter is voor het Surinaamse onderwijs. Hier moet volgens hem verandering in komen. De bewindsman betitelt de eerste groep leerkrachten, die door hun school zijn afgevaardigd, als uitverkoren om hiermee te starten.

De bedoeling is dat de leerkrachten die aan het project meedoen, in een nieuwe rol in staat zijn zwakke leerlingen te identificeren en begeleiden, naast hun regulier werk in de klas.

Met vaardigheden in taal, rekenen, lezen en schrijven beschikken zij volgens de onderwijsminister over de basiscompetenties om de leerlingen de nodige ondersteuning te geven en het zittenblijven te beperken.

Het betreft volgens Helima Poese, directeur Algemeen Vormend Onderwijs (AVO) een pilotproject dat met 43 leerkrachten van 12 scholen uit de districten Paramaribo, Commewijne en Wanica van start gaat. In december is eerste evaluatie, gevolgd door een tweede in januari 2024.

Na de tweede evaluatie gaat de tweede groep leerkrachten van 10 andere scholen van start met de cursus. Vervolgens komt er maandelijks een groep aan de beurt.

Het ministerie streeft ernaar om dit schooljaar uiteindelijk leerkrachten van 60 scholen te hebben getraind. Het gaat in eerste instantie om openbare scholen.

Verder deelt directeur Poese mee dat er voor het binnenland een speciaal traject wordt uitgestippeld. “Onze kinderen in het binnenland worden zeker niet vergeten.”