De voorgestelde hervorming van de rechterlijke macht krijgt een scherp juridisch zwaartepunt bij het plan om in Suriname een college van procureurs-generaal (pg’s) in te stellen.
Juist dit onderdeel van de initiatiefwetten roept fundamentele vragen op over schaal, noodzaak en onafhankelijkheid van het Openbaar Ministerie (OM).
Tijdens de hoorzitting van donderdag in De Nationale Assemblée maakte procureur-generaal Garcia Paragsingh duidelijk dat Suriname zich niet blind moet spiegelen aan buitenlandse modellen, met name niet aan Nederland.
Wat lost een college van pg’s werkelijk op?
Volgens Paragsingh ontbreekt in het wetsvoorstel een overtuigende probleemdefinitie. Het huidige Surinaamse vervolgingsstelsel functioneert volgens haar binnen de bestaande context naar behoren.
Zonder helder vast te stellen knelpunten is het invoeren van een extra bestuurslaag — in de vorm van meerdere pg’s — eerder een bestuurlijke ingreep dan een inhoudelijke oplossing.
De pg benadrukte dat hervormingen in de strafrechtsketen niet moeten beginnen aan de top, maar bij de praktijk. Capaciteitsproblemen bij opsporing, logistiek en ondersteuning vertragen strafzaken structureel. Een college van pg’s verandert daar niets aan.
Politieke gevoeligheid en onafhankelijkheid
Een wezenlijk risico schuilt volgens Paragsingh in de benoemingsprocedure. Waar meerdere pg’s zijn, ontstaat automatisch de vraag wie hen benoemt en op basis waarvan.
In een klein rechtsbestel als dat van Suriname kan elke schijn van politieke invloed op vervolgingsbeslissingen het vertrouwen in het OM ondermijnen. Juist de eenhoofdige leiding van het OM biedt momenteel duidelijkheid, verantwoordelijkheid en institutionele rust.
De vergelijking met Nederland – vaak aangehaald door voorstanders – gaat volgens Paragsingh mank.
Nederland kent een uitgestrekt en gelaagd rechtssysteem met meerdere parketten, rechtbanken en gerechtshoven. Het college van pg’s functioneert daar als noodzakelijk coördinatieorgaan binnen een complexe organisatie.
Suriname daarentegen heeft één parket en één hof, met een compacte juridische infrastructuur. Het kopiëren van een Nederlands bestuursmodel zonder rekening te houden met schaal en context kan leiden tot bestuurlijke overbelasting in plaats van efficiëntie.
Hervormen met maat en context
In plaats van meerdere pg’s pleit Paragsingh voor versterking van het OM op uitvoerend en ondersteunend niveau: meer leidinggevenden, extra advocaten-generaal en betere faciliteiten. Daarmee wordt de slagkracht vergroot zonder de structuur fundamenteel te wijzigen.
De discussie rond het college van procureurs-generaal raakt aan een kernvraag: wil Suriname moderniseren door kopiëren of door maatwerk?
De waarschuwing vanuit het OM is helder: hervormingen moeten voortkomen uit aantoonbare noden binnen het eigen rechtssysteem.
Zonder die basis dreigt institutionele vernieuwing een bestuurlijk experiment te worden, met onzekere gevolgen voor de rechtsstaat.







