De aanhoudende vervolging van de Centrale Bank van Suriname (CBVS) in de zogeheten kasreservezaak heeft inmiddels het vijfde jaar bereikt.
Wat ooit begon als een noodzakelijke toetsing van financiële integriteit is verworden tot een juridische schimstrijd die steeds moeilijker te rechtvaardigen valt.
Ondanks consistente, verifieerbare en internationale bevestigingen dat er géén kasreserve “verdwenen” is, houdt het Openbaar Ministerie (OM) hardnekkig vast aan het narratief van misbruik en ontoelaatbare handelingen.
Dat roept een onvermijdelijke vraag op: gaat het OM nog uit van feiten, of van een doel dat koste wat kost gerechtvaardigd moet worden?
Ondubbelzinnige data, toch voortdurende vervolging
Het jaarverslag 2019 van het Bureau voor de Staatsschuld laat geen ruimte voor speculatie:
-
De wisselkoers bleef stabiel op 7,52 SRD per USD.
-
Internationale reserves stegen met 11,5% tot USD 647,5 miljoen.
-
De financiële stabiliteit werd, ondanks economische tegenwind, overeind gehouden.
Dit gebeurde nota bene door het samenbrengen van vreemde valutakassen van commerciële banken onder de CBVS — precies zoals centrale banken wereldwijd doen om de munt te beschermen.
De CBVS vervulde daarmee haar wettelijke taak: prijs- en koersstabiliteit garanderen. Geen leeggehaalde reserve, geen verdwenen miljoenen, geen frauduleuze aanwending.
IMF, Rekenkamer, Staatschuld: alle seinen staan op groen
Het IMF stelde in zijn Article IV rapport van december 2019 glashelder dat het monetair beleid van de CBVS passend, effectief en stabiliserend werkte.
De Algemene Rekenkamer bevestigde de rechtmatigheid van het bankbeleid.
Het Bureau voor de Staatsschuld complimenteerde de CBVS voor het bewaken van stabiliteit in een jaar met zware economische druk.
Het CBVS-jaarverslag toonde bovendien een winst van SRD 38 miljoen, wat eerder duidt op solide bestuur dan op wanbeleid.
Wanneer drie onafhankelijke instituties allemaal dezelfde conclusie trekken, wordt het zeer moeilijk om te blijven beweren dat er iets mis was met de kasreserve.
Een OM dat blind blijft voor feiten?
Dat het OM desondanks de vervolging blijft doorzetten, wordt door velen geïnterpreteerd als een vorm van bureaucratische koppigheid of erger: misbruik van discretionaire bevoegdheden.
De vervolging lijkt niet alleen onhoudbaar, maar vooral contraproductief voor het vertrouwen in de rechtsstaat. Het geeft de indruk dat de CBVS niet wordt beoordeeld op feiten, maar op politieke of institutionele gevoeligheden die buiten het dossier liggen.
Een vervolging zonder basis is geen recht meer, maar een instrument. En dat moet elke burger verontrusten.
De schade aan de monetaire reputatie
Centrale banken zijn gebouwd op vertrouwen. Wanneer het rechtssysteem ten onrechte twijfels blijft zaaien over het beleid van zo’n instelling, raakt dat direct aan economische stabiliteit. Dat geldt in Suriname des te meer, waar valutazekerheid en inflatiegevoeligheid al fragiel zijn.
Het blijft daarom wrang dat juist de instelling die in 2019 aantoonbaar stabiliteit bracht, nu — vijf jaar later — nog steeds met een juridisch stigma wordt opgezadeld dat geen enkele grond vindt in de feiten.
Een vervolging die meer zegt over het systeem dan over de CBVS
Het OM kan niet eindeloos leunen op achterhaalde vermoedens wanneer nationale én internationale bronnen allang helderheid hebben verschaft. Wat overblijft, is een proces dat de rechterlijke integriteit én het economisch vertrouwen ondergraaft.
Suriname verdient een OM dat gebaseerd is op feiten, niet op volharding.
Suriname verdient een rechtssysteem dat fouten herkent en corrigeert.
Suriname verdient een monetaire autoriteit die niet ten onrechte in de beklaagdenbank wordt gezet.
En bovenal verdient het land een overheid die de waarheid niet bestrijdt, maar beschermt.
Jerrel Rigters
Dit artikel betreft een ingezonden opiniestuk. Voor de publicatie van ingezonden artikelen hanteren wij specifieke voorwaarden. Voor meer informatie of om zelf een ingezonden bericht te sturen, kunt u contact opnemen via [email protected] of direct via WhatsApp.
Let op: Publicatie van opiniestukken houdt niet in dat GFC Nieuws het eens is met de inhoud
