Blok 58 en Suriname’s herstructureringsdilemma

Olie industrie

OPINIE – De aankondiging van de voltooide herstructurering van Suriname’s internationale obligaties roept kritische vragen op over de duurzaamheid van de oplossing.

Hoewel de schuldendienst aanzienlijk wordt verminderd, werpt de complexiteit van de transactie, inclusief de uitgifte van een op olie gebaseerde “value-recovery instrument” (VRI), twijfels op over de stabiliteit van de nieuwe regeling.

De kapitaalvermindering van 29% lijkt op het eerste gezicht gunstig, maar de afhankelijkheid van olie-royaltyinkomsten uit specifieke bronnen, zoals Blok 58, introduceert een element van risico. De VRI-structuur, gekoppeld aan olielonen, maakt de regeling gevoelig voor schommelingen in de olie-industrie, wat de financiële veerkracht op lange termijn in twijfel trekt.

Bovendien wijst de geschiedenis van Suriname’s hoge rentetarieven op financieel wanbeheer in het verleden. Hoewel de nieuwe coupon lager lijkt, blijft het een aanzienlijke premie bovenop de Amerikaanse obligaties, wat vragen oproept over de kosteneffectiviteit van deze herstructurering.

Terwijl de regering optimistisch is over de economische hervormingen, moet kritisch worden gevolgd of deze maatregelen daadwerkelijk bijdragen aan een welvarende toekomst of dat ze slechts een tijdelijke verlichting bieden voor een dieper liggend financieel probleem.

N. Mohari

DISCLAIMER: Publicatie van opiniestukken houdt niet in dat GFC het eens is met de inhoud