Andrew Tate start in Los Angeles een omvangrijke juridische tegenactie tegen model en online contentmaker Brianna Stern.
In de rechtbank van Los Angeles County dient hij een tegenvordering in ter waarde van 50 miljoen dollar.
Volgens Tate gaat het om laster, smaad, opzettelijke toebrenging van emotionele schade, schending van privacy, misbruik van het juridische proces en het ongeoorloofd gebruiken van zijn naam en beeltenis.
De aanklacht stelt dat Stern een doelbewuste campagne voerde op basis van verzonnen beschuldigingen van seksueel misbruik en mishandeling.
Deze zouden verspreid zijn via rechtbankdocumenten, nationale media en sociale netwerken. Volgens Tate gebeurde dit ondanks het feit dat het Openbaar Ministerie in Los Angeles na onderzoek door de politie van Beverly Hills geen strafzaak startte wegens gebrek aan bewijs.
Tates juridische team beweert dat Stern medische verklaringen gebruikte die door deskundigen worden gezien als sporen van cosmetische ingrepen, niet van mishandeling.
Ook zou zij een zorgvuldig geplande socialmediacampagne hebben opgezet om deze beschuldigingen te herhalen bij miljoenen volgers.
Daarnaast zou zij zonder toestemming Tates naam, zijn imago en zijn “SDaddy”-persona hebben ingezet om haar cryptoprojecten en adult content-activiteiten te promoten.
In de aanklacht wordt verder verwezen naar een eerder incident in 2022, waarbij Stern volgens documenten een voormalig partner probeerde af te persen met valse beschuldigingen, wat destijds leidde tot een lasterzaak die buiten de rechtbank werd geschikt.
Volgens Tate heeft dit gedrag geleid tot meer dan 50 miljoen dollar aan schade, waaronder het verlies van sponsordeals, geannuleerde zakelijke overeenkomsten en blijvende reputatieschade.
Hij eist zowel compensatoire als bestraffende schadevergoedingen en een verbod voor Stern om zijn naam, afbeelding of gelijkenis commercieel te gebruiken.
Zijn advocaat Joseph D. McBride stelt: “Valse beschuldigingen zijn geen beschermde uiting. Ze zijn leugens, en leugens die reputaties vernietigen, worden beantwoord met de volle kracht van de wet.”