De recente houding van de ABOP roept een essentiële vraag op: waarom deze existentiële angst voor uitsluiting uit een regering waaraan ze zélf mee heeft onderhandeld en waarvoor haar eigen congres de voorwaarden heeft goedgekeurd?
Terwijl vijf partijen – de NDP, NPS, PL, A20 en BEP – trouw lijken aan het gesloten regeerakkoord, lijkt alleen de ABOP van koers te veranderen.
De partij die op twee officiële momenten – eerst bij de intentieverklaring en later bij het regeerakkoord – haar handtekening plaatste onder een coalitieplan dat ze zelf heeft helpen vormgeven, begint weer te eisen en te dreigen.
De reden? De ABOP vreest dat zij, na de verkiezing van de president en de vicepresident, alsnog uit de regering wordt gezet.
Maar laten we even terugkijken. De ABOP maakte ook al deel uit van de regering onder Desi Bouterse (2010–2015), en is nu onderdeel van de zittende regering onder president Santokhi.
In beide gevallen was haar beleidsbijdrage wisselend en, eerlijk gezegd, vaker beschamend dan bewonderenswaardig. Ministers die klaagden over tegenwerking, een vicepresident die zichzelf presenteerde als krachteloos, en een beleid dat vaker draaide om ‘accommodatie van friends & family’ dan om structurele vooruitgang voor het binnenland of kansarme Surinamers.
Nu de partij opnieuw de kans krijgt om deel te nemen aan een regering – en dat in een politieke as met duidelijke intenties en afspraken – begint ze wederom eisen te stellen.
Het vicepresidentschap, of anders het voorzitterschap van De Nationale Assemblee, moet volgens de partij gegarandeerd worden, want anders… is de vrees dat de ABOP eruit gezet wordt.
Maar waarom die vrees? Een partij die met oprechte intenties en transparant beleid aan tafel zit, hoeft geen angst te hebben om eruit gezet te worden.
Een partij die haar beloften aan het volk serieus neemt, hoeft niet te dreigen met terugtrekking of politieke sabotage.
De houding van de ABOP roept eerder de vraag op of ze écht een betrouwbare partner is, of slechts een ongeleid projectiel dat elk moment kan exploderen als haar machtsdrang niet bevredigd wordt.
De kern van het probleem is duidelijk: de ABOP vertrouwt haar eigen bestuurskracht niet. Als je werkelijk beleid voert in het belang van het volk, als je ministers resultaten boeken en transparant functioneren, waarom zou een coalitie je eruit willen zetten?
Natuurlijk, als je vooral bezig bent met ‘wie waar komt te zitten’ in plaats van met wat je gaat doen, dan wordt je politieke aanwezigheid inderdaad wankel.
Het is dan ook geen toeval dat in de vorige regering onder Santokhi juist de ABOP het vaakst klaagde over ‘tegenwerking’, maar zelden concrete resultaten kon tonen.
Terwijl Surinamers gebukt gingen onder stijgende prijzen, werkloosheid en een onleefbare koers, kwam er vanuit het ABOP-kamp weinig anders dan kow-tere-verhalen.
Nu beweert men opnieuw de stem van het volk te vertegenwoordigen, maar het lijkt vooral te gaan om het veiligstellen van macht – niet van beleid.
De vijf coalitiepartners tonen tot nu toe politieke volwassenheid: men houdt zich aan afspraken, handelt naar rato van stemmen en zet de inhoud voorop. Alleen de ABOP trekt die steun nu weer stilletjes in – uit angst, niet uit principe.
Als de partij werkelijk het beste voor heeft met haar achterban, zou zij moeten beseffen dat politieke zekerheid niet komt door een topfunctie af te dwingen, maar door vertrouwen te winnen via prestaties. Een rein geweten vreest immers geen aanklacht – tenzij er wat te verbergen valt.
De ABOP weet dat ze in het verleden heeft gefaald en wil daarom controle over cruciale functies om zichzelf te beschermen.
De partij vertrouwt de NDP – haar toekomstige coalitiepartner – blijkbaar niet genoeg om zonder die controle te blijven zitten.
Het volk is dit machtsspelletje beu. Ze willen beleid, oplossingen en eerlijk bestuur. Geen postenjacht.
Laat dit dan een oproep zijn: Wil de ABOP werkelijk een volwaardige partner zijn in de nieuwe coalitie, dan zal ze moeten stoppen met het zaaien van twijfel en beginnen met het bouwen aan vertrouwen. Niet met chantage, maar door verantwoordelijkheid te nemen.
C. Halfhuid

Dit artikel betreft een ingezonden opiniestuk. Voor de publicatie van ingezonden artikelen hanteren wij specifieke voorwaarden. Voor meer informatie of om zelf een ingezonden bericht te sturen, kunt u contact opnemen via info@gfcnieuws.com of direct via WhatsApp.
Let op: Publicatie van opiniestukken houdt niet in dat GFC Nieuws het eens is met de inhoud