In de Surinaamse samenleving heerst nog altijd veel boosheid en teleurstelling over het beleid van de afgelopen jaren.
Er zijn fouten gemaakt en beslissingen genomen die diepe sporen hebben nagelaten. Er is ons veel pijn aangedaan en we hebben geleden.
Toch geloof ik dat er een weg vooruit is, mits wij bereid zijn om een stap te zetten die vaak het moeilijkst is: vergeven.
Wanneer oud-president Chandrikapersad Santokhi de moed zou tonen om openlijk vergeving te vragen voor het gevoerde beleid, dan moeten wij als volk niet blijven hangen in rancune.
Wij zijn tenslotte Surinamers, gevormd door onze veerkracht en ons vermogen om samen door te gaan. Wrok vasthouden betekent stilstaan, en stilstaan betekent achteruitgang.
Ik begrijp heel goed dat prominente NDP- figuren onder wie Anita Yorks zich nog steeds diep gekwetst voelen. De pijn van het volk is reëel en mag niet worden weggemoffeld.
Toch is vergeving geen zwakte maar juist kracht. Het betekent dat wij kiezen voor een toekomst waarin bitterheid niet langer de boventoon voert.
Als christen weet ik dat zelfs de Almachtige vergeeft. Wie zijn wij dan om vast te blijven houden aan boosheid?
Het loslaten van die zware last opent de deur naar een nieuw begin. Het betekent ruimte voor een frisse wind, een land waarin we met meer eenheid, hoop en geloof in elkaar verder bouwen.
Suriname verdient het om vooruit te kijken. Laten wij daarom onze persoonlijke en politieke verschillen overstijgen.
Niet door te vergeten wat Santokhi ons heeft aangedaan, maar door te besluiten dat we niet langer gevangenen willen zijn van het verleden. Alleen dan kan er echt een nieuwe bladzijde worden omgeslagen.
J. Kerto
Dit artikel betreft een ingezonden opiniestuk. Voor de publicatie van ingezonden artikelen hanteren wij specifieke voorwaarden. Voor meer informatie of om zelf een ingezonden bericht te sturen, kunt u contact opnemen via [email protected] of direct via WhatsApp.
Let op: Publicatie van opiniestukken houdt niet in dat GFC Nieuws het eens is met de inhoud