De aanhoudende klachten over hoge prijzen in supermarkten en en andere zaken zullen in Suriname niet snel verdwijnen.
Dat stelt het Knowledge Institute for Vitality & Care (KIVC) in een toelichting aan GFC Nieuws.
Volgens het internationaal opererende instituut ligt de kern van het probleem niet per se bij ondernemers in Suriname, maar bij de economische realiteit dat Suriname grotendeels een importland is.
Zolang dat zo blijft, zullen prijsstijgingen in het buitenland direct worden doorvertaald naar de winkelprijzen in het land.
Het KIVC benadrukt dat de Surinaamse overheid nauwelijks invloed heeft op de prijzen van levensmiddelen en andere goederen die in het buitenland worden ingekocht.
Wereldwijde inflatie, transportkosten, wisselkoersen en internationale marktprijzen liggen volledig buiten de nationale controle.
Lage prijzen beloven is niet realistisch
Volgens het instituut zijn politieke beloften over fors lagere supermarktprijzen daarom niet realistisch.
“Wie belooft dat de prijzen structureel omlaag kunnen, wekt verwachtingen die simpelweg niet waargemaakt kunnen worden,” stelt het KIVC.
Uit berekeningen van het instituut blijkt dat een groot deel van de bevolking ontevreden zal blijven over de kosten van levensonderhoud, omdat de inkomens niet meegroeien met de importprijzen.
Vergelijking met Nederland maakt verschil zichtbaar
Het KIVC maakt de vergelijking met Nederland om het probleem te duiden. Een gemiddeld huishouden met drie kinderen geeft daar maandelijks ongeveer 500 tot 600 euro uit aan alleen eten en drinken.
Dit betreft producten die grotendeels ook in Suriname in de schappen liggen. Omdat Suriname deze goederen moet importeren en te maken heeft met extra logistieke kosten, liggen de prijzen hier vaak zelfs hoger dan in Nederland.
Daartegenover staan gemiddelde maandlonen in Suriname die volgens het KIVC rond de 350 tot 450 euro liggen.
“De rekensom is eenvoudig,” aldus het instituut. “Veel mensen verdienen per saldo te weinig om geïmporteerde producten zonder financiële stress te kunnen betalen.”
Volgens de organisatie kan echte verlichting alleen komen door hogere inkomens en structurele versterking van de koopkracht, niet door loze beloftes over lagere prijzen.







