Surinamers van alle generaties die in Nederland wonen, tonen opvallend vaak waardering voor de kansen die het land hen heeft geboden.
Dat blijkt uit een analyse van GFC Nieuws, gecombineerd met cijfers van officiële instanties en reacties uit de gemeenschap.
Volgens analist R. Pinas is het beeld herkenbaar. Dankzij Nederland hebben veel Surinamers zichzelf kunnen ontplooien, zowel economisch als persoonlijk.
Blijven omdat perspectief loont
Een belangrijk signaal komt uit het onderwijs. Uit cijfers van Nuffic blijkt dat Surinaamse studenten die in Nederland afstuderen, opvallend vaak blijven.
Voor cohorten tussen 2013 en 2022 ligt de zogeheten stayrate na vijf jaar op 79 procent. Dat is het hoogste percentage van alle herkomstlanden en ligt ver boven het gemiddelde van 25,3 procent.
De verklaring ligt deels in taal en systeemkennis. Surinamers beheersen het Nederlands en vinden daardoor sneller aansluiting op de arbeidsmarkt.
Vooruitgang over generaties
Ook inkomenscijfers ondersteunen het beeld van groei. Data van het Centraal Bureau voor de Statistiek laten zien dat het gemiddeld gestandaardiseerd inkomen van in Suriname geboren Nederlanders rond de 32.700 euro ligt.
Voor de in Nederland geboren tweede generatie stijgt dat naar 34.800 euro. Daarmee is sprake van opklimming over generaties.
Tegelijkertijd laat het CBS zien dat de tweede generatie wel stappen zet richting havo en vwo, maar dat het aandeel hbo en wo nog onder het landelijke gemiddelde ligt. Ambitie en drempels bestaan dus naast elkaar.
Niet blind voor barrières
Die drempels zijn reëel. Het Sociaal en Cultureel Planbureau rapporteert dat mensen met een migratieachtergrond relatief vaak discriminatie ervaren, vooral op school en op de arbeidsmarkt.
Dat kan ontmoedigen, maar werkt voor sommigen juist als extra drijfveer om zich te bewijzen.
Ook het vertrouwen in politiek en vertegenwoordiging ligt lager, wat laat zien dat persoonlijke groei niet automatisch gelijkstaat aan tevredenheid over alles.
Trots, discussie en realisme
Binnen de gemeenschap klinken soms scherpe uitspraken, zoals dat men zonder Nederland minder ver was gekomen.
Anderen plaatsen daar direct nuance bij en stellen dat Suriname de basis legde en Nederland vooral de ruimte bood om door te groeien.
Die spanning raakt ook aan de bredere discussie over brain drain. Veel talent blijft in Nederland, maar stuurt via kennis, netwerken en steun ook iets terug.
Alles bij elkaar laat het beeld zien dat waardering voor kansen en persoonlijke groei breed leeft onder Surinamers in Nederland, zonder de schaduwkanten te ontkennen.







