Volgens nieuwe onthullingen was de boot die op 2 september door de Amerikaanse strijdkrachten werd geraakt, onderweg om een ontmoeting te hebben met een groter vaartuig dat op Suriname afkoerste.
Dat verklaarde admiraal Frank Bradley, destijds hoofd van Joint Special Operations Command, tijdens een briefing aan Amerikaanse volksvertegenwoordigers.
De informatie werpt nieuw licht op een incident dat internationaal veel stof doet opwaaien, meldt nieuwszender CNN.
Bestemming Suriname: ontmoeting voor drugstransfer
Uit door de VS verzamelde inlichtingen bleek dat de kleine boot een rendez-vous zou uitvoeren met een groter schip, waarnaar vermoedelijk drugs zouden worden overgeladen. Dat grotere vaartuig kon echter niet worden opgespoord.
Hoewel de boot niet richting de Verenigde Staten voer, beweerde Bradley dat de lading uiteindelijk mogelijk wél de VS had kunnen bereiken, wat volgens hem het aanvallen van de boot rechtvaardigde.
Amerikaanse drugsbestrijdingsdiensten spreken dit in grote lijnen tegen:
-
Drugstrajecten via Suriname zijn voornamelijk bestemd voor Europese markten.
-
Routes richting de Verenigde Staten verlopen juist vooral via de Stille Oceaan.
Deze nieuwe feiten vergroten de twijfel over de noodzaak van het Amerikaanse optreden.
Tegenstrijdige verklaringen vanuit Washington
De communicatie vanuit de regering-Trump was vanaf het begin inconsistent.
Minister van Buitenlandse Zaken Marco Rubio verklaarde dat de boot waarschijnlijk “richting Trinidad of een ander Caraïbisch land” voer.
President Donald Trump beweerde daarentegen dat de boot “op weg was naar de Verenigde Staten”.
De verklaring van Bradley – dat de boot op weg was naar Suriname – zet beide eerdere uitspraken onder druk.
Boot keerde om: zagen opvarenden het Amerikaanse toestel?
Bradley bevestigde dat de boot omkeerde nadat de opvarenden een Amerikaans vliegtuig hadden opgemerkt.
De VS vuurden vervolgens vier aanvallen af.
De eerste aanval spleet het vaartuig in tweeën. Twee mannen overleefden aanvankelijk en klampten zich vast aan het wrak. De daaropvolgende drie aanvallen doodden de overlevenden en deden het schip volledig zinken.
Volgens bronnen zouden de overlevenden zwaaiende gebaren hebben gemaakt naar het toestel, mogelijk als teken van overgave of een noodsignaal. Dit maakt de zaak des te gevoeliger, omdat het doden van schipbreukelingen geldt als oorlogsmisdaad, en is verboden volgens het Amerikaanse Law of War Manual.
Politieke druk neemt toe: Senaat wil onderzoek
Hoewel veel Republikeinen het bredere militaire optreden in het Caribisch gebied steunen, leidt het herhaaldelijk aanvallen van overlevenden tot brede, tweepartijige kritiek.
De Senaatscommissie voor Strijdkrachten heeft aangekondigd officiële toezichtprocedures te starten.
Een centraal punt in het onderzoek is de rol van minister van Defensie Pete Hegseth.
Hij zou vooraf hebben aangegeven dat de aanval dodelijk moest zijn. Tegelijk beweert men dat hij niet op de hoogte was van de overlevenden tot ná de fatale aanvallen.
Bradley zou de opdracht hebben geïnterpreteerd als: alle 11 personen uitschakelen en het schip tot zinken brengen. Maar volgens juridische experts was dit geen formele “no quarter”-order, die het doden van overgevende personen zou impliceren, wat illegaal is.
Internationale implicaties voor Suriname
De onthulling dat het vermeende drugsschip op weg was naar Suriname kan geopolitieke gevolgen hebben, onder meer op het gebied van bilaterale samenwerking in drugsbestrijding, regionale veiligheid in het Caribisch gebied en internationale beeldvorming rond Suriname als doorvoerland.
Concrete aanwijzingen dat de lading bedoeld was voor de VS ontbreken, wat vragen oproept over de proportionaliteit en rechtmatigheid van de Amerikaanse aanval.







