In Suriname worden bloemen vooral geassocieerd met schoonheid, liefde en bijzondere momenten. Ze sieren feestzalen, tuinen en altaren, maar zelden een bord met eten.
Toch zijn er bloemen die niet alleen aantrekkelijk zijn om te zien, maar ook veilig en zelfs gezond om te eten.
Een van die minder bekende parels is de kembang turi, een bloem die in verschillende landen al generaties lang deel uitmaakt van de keuken.
De kembang turi, oorspronkelijk afkomstig uit Azië, groeit uitstekend in het Surinaamse klimaat. De bloem heeft een zachte textuur en een subtiele, licht bittere smaak die goed combineert met hartige gerechten.
In Indonesië en Maleisië wordt ze vaak toegevoegd aan soepen, salades en roerbakgerechten. In Suriname blijft de plant echter vooral een sierbloem, terwijl ze gemakkelijk in tuinen en erven te vinden is.
Onderzoek van de literatuur uitgevoerd door GFC Nieuws wijst uit dat de kembang turi rijk is aan vitaminen en mineralen die het lichaam ondersteunen, waaronder stoffen die bijdragen aan een gezonde spijsvertering.
De bloem kan eenvoudig worden bereid: kort gebakken, gekookt of verwerkt in groentemixen. Dat maakt het een interessante, natuurlijke aanvulling op het dagelijks menu, zeker nu voedselprijzen blijven stijgen.
Veel mensen laten de bloem echter links liggen uit onwetendheid of voorzichtigheid. Toch zou een beetje nieuwsgierigheid in de keuken kunnen leiden tot verrassende ontdekkingen.
De natuur biedt meer eetbare schatten dan we vaak beseffen, en soms is schoonheid niet alleen om naar te kijken, maar ook om van te proeven.



