Het politieonderzoek naar de verdwijning van zwaar materieel bij het Ministerie van Landbouw, Veeteelt & Visserij (LVV) heeft een nieuwe fase bereikt.
Deze week is voormalig LVV-minister Prahalad Sewdien door de afdeling Recherche gehoord. Het verhoor duurde ongeveer drie uur.
Volgens bronnen binnen het onderzoek probeerde de politie al ruim een maand contact te leggen met de ex-bewindsman. Hij zou echter niet bereikbaar zijn geweest en meermaals niet thuis zijn aangetroffen, waardoor de oproep vertraagd werd uitgevoerd.
De zaak draait om bijna 50 ontbrekende overheidsgoederen, waaronder boten, tractoren, taludmaaiers, graafmachines en andere kostbare landbouwmiddelen. De totale waarde wordt geschat op circa SRD 18 miljoen.
Deze goederen werden aangeschaft of via internationale samenwerking verkregen om landbouwprojecten te versterken, maar bleken na controle niet meer aanwezig.
Sinds het onderzoek werd gestart, zijn vijf zogenoemde China-Aid boten en één graafmachine opgespoord. Sewdien heeft zich eerder via zijn partij, de VHP, gedistantieerd van betrokkenheid en verwees naar mogelijke nalatigheid van een transportbedrijf rond het vervoer van de boten.
Het onderzoek richt zich niet alleen op het bepalen van de locatie van de vermiste middelen, maar ook op het achterhalen van verantwoordelijkheden, administratieve tekortkomingen en mogelijke strafbare feiten.
Vorige maand werden al twee hoge functionarissen binnen het ministerie gehoord: voormalig onderdirecteur Landbouwmiddelen Jason Bakker en directeur Landbouwkundig Onderzoek, Afzet en Verwerking Anand Ramkisoensing. Zij zijn, net als Sewdien, vooralsnog als getuigen gehoord.
De politie benadrukt dat het onderzoek voortduurt en dat nog geen aanhoudingen zijn verricht.
Het ministerie van LVV heeft aangegeven volledig te zullen meewerken om duidelijkheid te krijgen in deze spraakmakende zaak die publieke middelen en vertrouwen raakt.



