De Algemeen Directeur van de Stichting voor Bosbeheer en Bostoezicht, Ruben Ravenberg, heeft deze week vier voertuigen in ontvangst nemen uit handen van de nieuwe EU-ambassadeur, Luca Pierantoni.
Deze voertuigen zijn gefinancierd uit het Sustainable Forest Livelihoods for communities of Guyana and Suriname (SFL)-programma dat wordt mogelijk gemaakt met financiering van de Europese Unie (EU) en wordt lokaal geïmplementeerd door Agence Française de Développement (AFD).
De overhandiging vond plaats in aanwezigheid van de Franse ambassadeur Nicolaas de Lacosta, vertegenwoordigers van de European Union (EU), Agence Française de Développement (AFD), SBB en Kersten Motors en de partner ministeries die vertegenwoordigd zijn in de SFL Steering Committee.
Pierantoni haalde in zijn spreken aan hoe belangrijk hij het vindt dat de EU een bijdrage kan leveren aan het beschermen en monitoren van deze schat in de natuur.
Pierre Bourguignon, de Country Representative, gaf aan dat de inkoop van de voertuigen voldoet aan internationale verkoopregels.
Deze processen zijn niet eenvoudig maar SBB heeft hierin een goede trekkersrol vervult dat uiteindelijk ertoe heeft geleid dat we nu kunnen overdragen.
Ravenberg vermeld in zijn spreken dat met deze vier voertuigen het grote tekort aan veldvoertuigen enigszins is verholpen.
Het bestaande wagenpark van de SBB, inclusief deze 4 nieuwe voertuigen, is echter nog steeds onvoldoende gezien een groot en uitgestrekt bosareaal van ruim 4.5 miljoen ha en een houtindustrie bestaande uit meer dan 70 zagerijen en exporteurs gecontroleerd moeten worden.
De Stichting voor Bosbeheer en Bostoezicht (SBB), een technische werk arm van het Ministerie van GBB, beheert en bewaakt onze bossen en met name de productiebossen. Om haar werkzaamheden adequaat te kunnen uitvoeren zijn voertuigen een noodzaak.
Naast het transport naar de diverse controleposten vinden er in het duurzaam bosbeheer traject diverse controles in het veld plaats.
Een eerste en belangrijke veldcontrole is het kapcontrole waarbij een team gaat controleren als de stammen met de aangegeven nummers afkomstig zijn van de bomen die in het kapplan door de concessiehouder zijn aangegeven.
Ook worden de landingen en zagerijen periodiek bezocht waarbij er wordt gecontroleerd of de stammen die daar aanwezig zijn ook werkelijk op die locatie zijn geregistreerd in de administratie.
Het is dus belangrijk dat de voertuigen robuust zijn en tegen een stootje kunnen want niet alle plekken waar ze naar toe gaan zijn de wegen even begaanbaar.
Naast de ondersteuning voor de fysieke ondersteuning is met middelen van het project ook bijgedragen aan het verbeteren van de monitoring van de ontbossing door satellietbeelden binnen het Satelliet Land Monitoringssysteem (SLMS).
Het SLMS in Suriname is een essentieel onderdeel van het Nationale Bosmonitoringssysteem (NFMS), dat gericht is op het volgen van veranderingen in de bosbedekking en het bevorderen van duurzaam bosbeheer.
Dit systeem maakt gebruik van geavanceerde technologieën om cruciale gegevens te verzamelen die bijdragen aan een betere bescherming van de natuurlijke hulpbronnen van Suriname.
De data die binnen het NFMS wordt gegenereerd vormt ook de basis voor de rapportage van de opslag van koolstof in de Surinaamse bossen.
Een andere voor SBB belangrijke bijdrage van het project is het verbeteren van het Sustainable Forest Informatie Systeem Suriname (SFISS), Dit systeem vormt het hart van de SBB waarmee houtkap in Suriname nauwkeurig wordt gemonitoort om de herkomst en legaliteit van elk geproduceerd houtblok vast te kunnen stellen.
Elke label op een stam is in SFISS terug te traceren naar de plek waar de boom heeft gestaan, langs welke weg en door wie de stam is getransporteerd, wie de eigenaar of eigenaren zijn geweest van de stam, tot de haven of de zagerij. Deze traceerbaarheid verhoogt de exportmogelijkheden van het Surinaamse hout naar bijvoorbeeld de Europese markt.
Met de informatie die verzameld wordt kan worden geconcludeerd dat duurzame bosbouw c.q. houtkap niet de veroorzaker is van ontbossing; echter draagt dit wel bij aan degradatie van het bos. Middels de toepassing van Reduced Impact Logging technieken kan ook de degradatie beperkt blijven.
Het project heeft ook middelen beschikbaar gesteld voor het versterken van de verwerkingsindustrie om benutting van het beschikbare hout/resthout te optimaliseren.
Hiervoor is er een samenwerking aangegaan met de ASFA waarbij momenteel een onderzoek wordt uitgevoerd naar de trainingsbehoefte voor het versterken van de sector en een studie wordt verricht rond het uitbannen van de export van rond hout.
Ook wordt er gewerkt aan een Code of Practice waarin richtlijnen worden vastgelegd voor houtverwerking om zo de kwaliteit van onze houtproducten te verbeteren en meer mogelijkheden tot export te creeeren.
Een belangrijke factor in het succes van deze initiatieven is de steun van het SFL-programma, dat een cruciale rol heeft gespeeld in het versterken van de capaciteit van Suriname op het gebied van duurzamer bosbeheer en natuurbehoud.
Het SFL-programma heeft op 1 maart 2023 een contract getekend met de SBB. Het overkoepelende doel van het SFL-programma is het waarborgen van de duurzaamheid van bossen en hun onschatbare bijdrage aan het milieu, de economie en de mens.
De cruciale rol van tropische bossen in de strijd tegen mondiale, klimaat gerelateerde uitdagingen kan niet worden onderschat, vooral omdat deze ecosystemen met toenemende bedreigingen te maken hebben.
Binnen het SFL- programma ligt bij SBB de focus op het versterken van het nationale institutionele bestuur om effectief bosbeheer in Suriname te verbeteren, door de menselijke capaciteit op te bouwen die nodig is om wetten en procedures effectief te implementeren, en bosmonitoringsystemen te verbeteren.
De EU heeft voor deze activiteiten een budget van EURO 1 miljoen beschikbaar gesteld. Het andere deel van het SFL-programma wordt uitgevoerd bij WWF-Guianas in zowel Suriname als Guyana.
Deze gecombineerde inspanningen benadrukken de inzet van Suriname om zijn status als een van de meest beboste landen ter wereld (met ongeveer 93% bosbedekking) te behouden, terwijl tegelijkertijd transparantie en gemeenschapsbetrokkenheid in bosgebruik en monitoring worden bevorderd.
