Recente onthullingen rond grote fraudezaken bij staatsbedrijven en eerdere financiële schandalen bij overheidsinstellingen doen volgens politieke waarnemers steeds sterker de vraag rijzen of Suriname kampt met meer dan geïsoleerde misstanden.
Naast de actuele fraude bij de Melkcentrale (ruim SRD 17 miljoen aan verdwenen goederen/waarde) wijzen factoren als langdurig onbeantwoorde onregelmatigheden, herhaalde gevallen van topfunctionarissen die zich schuldig maken aan verduistering en historische incidenten in de financiële sector op een mogelijk structureel probleem — een netwerk waarin bevoegdheden worden misbruikt en controles systematisch omzeild.
Gegevens en recente gevallen: patroon van grootschalig wanbeheer
De recente zaak bij de Melkcentrale, waarbij naar schatting ruim SRD 17 miljoen verdween via onverklaarde kasonttrekkingen en verdwenen voorraden, leidde tot meerdere aanhoudingen en schorsingen binnen de directie.
Lokale berichtgeving documenteert dat de vermoedelijke verduisteringen teruggaan tot 2018 en dat interne kasprocedures en registratie ernstig tekortschoten.
Dit is niet het enige voorbeeld van grootschalige onregelmatigheid in de afgelopen jaren. De Centrale Bank en het ministerie van Financiën waren eerder onderwerp van grote onderzoeken en rechtszaken rond verdwenen of problematische miljoenenbedragen, met veroordelingen en lopende internationale onderzoeken die het beeld van zwak financieel toezicht bevestigen.
Zaken rond voormalige topfunctionarissen en beschuldigingen van misbruik van publieke middelen kregen ruime aandacht in regionale en internationale verslaggeving.
Samen vormen deze incidenten volgens waarnemers een zorgwekkend patroon: (1) toezicht- en verantwoordingslacunes bij staatsbedrijven; (2) interne procedures die gemakkelijk kunnen worden omzeild; (3) mogelijke collusie tussen leidinggevenden en medewerkers; en (4) onvoldoende ex-post controle om onregelmatigheden vroegtijdig te ontdekken en te corrigeren.
Waarom dit wél een systeemprobleem kan zijn (en geen reeks toevalligheden)
Herhaling in tijd en sectoren: fraudegevallen doen zich niet slechts éénmaal voor en beperken zich niet tot één bedrijf. De Melkcentrale-zaak bouwt voort op eerdere schandalen in de financiële sector.
Weinig transparantie rond transacties: veel gevallen betreffen contante kasopnames of transacties die niet in de reguliere boekhouding terugkomen — een klassieke risicovector voor langdurig misbruik.
Tekortschietende interne controle: rapporten en verklaringen wijzen op afwezigheid van kwitanties, ontbrekende stortingen en bonnen zonder registratie. Dat wijst op zwakke of ontbrekende interne scheiding van functies en verouderde procedures.
Wat beleidsmakers, toezichthouders en samenleving nú moeten doen
Geadviseerd wordt om onmiddellijke, onafhankelijk externe doorlichting (forensische audit) te doen van álle ministeries en staatsbedrijven — met prioriteit voor sectoren die publieke middelen beheren en basisvoorzieningen leveren (voedsel, gezondheidszorg, infrastructuur). De audit moet publiekelijk beschikbaar zijn en worden begeleid door onafhankelijke experts.
Tijdelijke invoering van strikte anti-fraudeprotocollen: onmiddellijke verplichting van tweevoudige ondertekening van kasopnames, verplichte stortingsbewijzen binnen 24 uur, en digitale registratie (geen contante ketens zonder bewijs).
Herstel van bestuurlijke scheiding en bevoegdheidslimieten: bekijk wie bevoegdheden heeft om gelden te autoriseren en draai macht terug van individuen die te veel discretionaire ruimte hebben.
Strengere straf- en administratieve sancties voor leidinggevenden die nalatig bleken te zijn bij toezicht, en waar nodig strafrechtelijke vervolging.
Opzetten van een nationaal integriteits-en-auditprogramma, met onafhankelijke interim-rapportages en publiekscommunicatie, zodat burgers de voortgang kunnen volgen.
De opeenvolging en aard van de onthullingen roepen niet louter morele verontwaardiging op, maar vragen om fundamentele institutionele hervormingen, menen waarnemers.
Zonder een brede, transparante en onafhankelijke doorlichting van ministeries en staatsbedrijven blijft het risico bestaan dat kartelachtige praktijken — waarbij bevoegdheden, informele netwerken en zwakke procedures samenkomen — doorgaan met uitgeholde publieke middelen en publieke diensten tot gevolg.
Een nationale prioriteit moet daarom zijn: vertrouwen herstellen door volledige openheid, stevige controles en concrete bestuurlijke hervormingen.