Voor sommige mensen is een gokspelletje een onschuldige manier om zich te ontspannen, terwijl anderen al na korte tijd vastlopen in een patroon van steeds meer spelen en verliezen.
Experts leggen uit waarom dit verschil zo groot kan zijn.
In de hersenen speelt dopamine een sleutelrol. Dit stofje zorgt voor een gevoel van beloning wanneer iemand wint.
“Maar bij mensen die gevoelig zijn voor verslaving, reageert het brein op een andere manier. Het plezier dat een winst oplevert neemt na verloop van tijd af, terwijl de drang om door te spelen juist sterker wordt”, stelt een analytical researcher verbonden aan Constantin die met GFC Nieuws Lifestyle sprak.
Daardoor blijft iemand steeds opnieuw de spanning opzoeken, ook al levert het geen geluksmomenten meer op.
Daarnaast blijkt dat de hersengebieden die impulsen moeten afremmen, zoals de prefrontale cortex, bij sommigen minder goed functioneren.
Dat maakt het lastiger om “nee” te zeggen tegen nog een spel. Erfelijke aanleg speelt ook mee. Mensen met een bepaalde gevoeligheid voor beloning raken sneller getriggerd door geluiden, lichten en bijna-winstmomenten.
Juist die bijna-overwinningen zijn verraderlijk. Ook al verliest iemand, toch voelt het brein het alsof er bijna succes was, en dat moedigt aan om door te gaan.
In een omgeving waar gokken eenvoudig toegankelijk is zoals in Suriname, kan dat proces extra snel ontsporen.
Voor inwoners van het land betekent dit dat bewustwording en voorlichting belangrijk zijn.
Wie merkt dat gokken steeds meer tijd, geld en energie kost, doet er goed aan dit serieus te nemen en hulp te zoeken.
Begrijpen hoe de hersenen werken helpt om beter te zien waarom stoppen zo moeilijk kan zijn en waarom sommige mensen er nauwelijks vat op krijgen.