Digital nomads vormen wereldwijd een grote groep. Het gaat vaak om mensen uit welgestelde westerse landen die online hun werk doen en daardoor de vrijheid hebben om overal ter wereld te verblijven.
Zij kiezen meestal voor plekken waar hun buitenlandse munt veel meer waarde heeft en waar ze voor een “dubbeltje op de eerste rij” kunnen zitten.
Thailand is daarbij jarenlang favoriet geweest, maar ook landen in Zuid-Amerika zoals Paraguay trekken steeds meer van deze reizende werkers aan.
GFC Nieuws Lifestyle onderzocht hoe Suriname zich in dit plaatje kan positioneren.
Op het eerste gezicht lijkt ons land aantrekkelijk door de relaxte sfeer, de toegankelijke natuur en het feit dat het nog relatief onontdekt is door massatoerisme.
Voor digital nomads die juist rust en authenticiteit zoeken, kan dit een belangrijk voordeel zijn.
De mogelijkheid om te werken in een omgeving die niet overspoeld wordt door toeristen biedt immers de kans om werk en nieuwe culturen beter te combineren.
Suriname kent bovendien een aantal sterke punten. De natuur en de rust springen eruit, net als het gebruik van de Nederlandse taal, wat voor Nederlanders en Belgen een drempel wegneemt.
Lokale kosten voor wonen, eten en vervoer zijn lager dan in veel westerse landen en de tijdszone maakt samenwerking met zowel Europa als Amerika goed haalbaar.
Toch zijn er ook duidelijke uitdagingen. Het internet en de elektriciteitsvoorziening zijn minder stabiel dan in Thailand, er is nog geen speciaal digital nomad-visum en een grote internationale gemeenschap ontbreekt vooralsnog.
Officiële cijfers over deze toeristenstromen in Suriname bestaan bovendien niet.
Met de recente verbeteringen in internetkwaliteit en de opkomst van co-workingplekken kan Suriname in de toekomst echter wél uitgroeien tot een verrassende hotspot voor digital nomads.