In Suriname leeft vaak het idee dat ouders hun kinderen beter beschermen tegen negatieve invloeden als alcohol en drugs dan in Nederland.
Toch laten internationale cijfers een genuanceerder beeld zien.
Uit de Global School-based Student Health Survey (GSHS) 2016, uitgevoerd door de PAHO/WHO, blijkt dat 40,7 procent van de scholieren tussen 13 en 17 jaar in Suriname zichzelf een “huidig drinker” noemt.
In de groep 16- en 17-jarigen loopt dit cijfer zelfs op tot 54 procent. Ook gaf bijna een kwart van de jongeren aan ooit “echt dronken” te zijn geweest.
Daarmee lijkt alcoholgebruik onder oudere tieners in Suriname eerder hoger te liggen dan in Nederland, waar in 2023 zo’n 22 procent van de 12- tot 16-jarigen meldde recent te hebben gedronken.
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) schat bovendien dat 14,5 procent van de Surinaamse 15- tot 19-jarigen de afgelopen maand minstens één keer zwaar heeft gedronken, en dat de helft van de drinkende tieners in deze groep zich regelmatig tegoed doet aan grote hoeveelheden alcohol.
Dit zijn cijfers die wijzen op een serieus risico op latere verslaving of gezondheidsproblemen.
Ook bij drugsgebruik liggen de percentages dicht bij elkaar. In Nederland gebruikte circa 4,4 procent van de 12- tot 16-jarigen in 2023 cannabis in de afgelopen maand.
In Suriname gaf in 2016 zo’n 4,7 procent van de 13- tot 17-jarigen aan ooit cannabis te hebben geprobeerd.
De rol van opvoeding blijkt doorslaggevend. In Nederland adviseert de landelijke campagne NIX18 ouders om duidelijke grenzen te stellen en geen alcohol aan te bieden voor de 18e verjaardag.
Toch heeft slechts een derde van de ouders zo’n afspraak met hun kind. Ook in Suriname kan strikte begeleiding en het geven van duidelijke regels helpen om problematisch gebruik te voorkomen.