Rechtsbescherming is essentieel en mag nooit worden gezien als een gunst, stelt de VHP.
De rechten van burgers gelden altijd, ongeacht welke regering er aan de macht is. Deze rechten zijn van toepassing op alle inwoners van Suriname, zonder onderscheid naar politieke voorkeur, etniciteit of geloof.
De rol van de overheid
Wanneer de overheid willekeurig mensen uitsluit of beslissingen neemt zonder de fundamentele beginselen van hoor en wederhoor, zorgvuldigheid en gelijkheid toe te passen, wordt de rechtsbescherming ernstig geschaad.
Trias Politica en parlementaire ethiek
Het parlement heeft uitsluitend een wetgevende taak, geen rechtsprekende functie. Volgens de VHP bedreigt de huidige handelswijze van de coalitie dit belangrijke onderscheid.
Burgers worden publiekelijk beschuldigd zonder bewijs en er wordt selectief gekeken naar politieke voorkeur bij besluitvorming. “Dit is niet hoe een goed functionerende overheid behoort te opereren,” aldus de partij.
De gevaren van ongelijkheid
Ongelijke behandeling van burgers vergroot het wantrouwen in de overheid en leidt tot meer verdeeldheid. Het publiekelijk stigmatiseren van individuen en het buitensluiten van groepen zijn ernstige schendingen van fundamentele rechten.
Burgers worden schuldig bevonden zonder deugdelijke onderbouwing, een ontwikkeling die volgens de VHP zeer gevaarlijk is.
De verantwoordelijkheid van de regering
De VHP stelt de kernvraag: is het waarborgen van burgerrechten een verplichting van de regering, of slechts een gunst? Voor de partij is het antwoord duidelijk: iedere burger heeft recht op een eerlijke behandeling en volledige toepassing van het recht.
Oproep tot actie
De VHP roept de regering en De Nationale Assemblee op om het recht te respecteren en te stoppen met onzorgvuldige en gehaaste besluiten die burgers benadelen. Rechtsbescherming geldt voor iedereen, ongeacht identiteit of stemgedrag.
Burgers die menen dat hun rechten zijn geschonden, kunnen direct contact opnemen via 00597-8840630 of e-mail: [email protected].
De wettelijke termijn om een zaak aan de rechter voor te leggen, vervalt 30 dagen na ontvangst van een besluit van de werkgever, besluit de partij.