“Waarom moet een vrouw eerst dood zijn voordat ze wordt geloofd?” Met die aangrijpende woorden opent een vrouw uit Suriname haar verhaal aan GFC Nieuws.
Ze wil anoniem blijven, niet uit schaamte, maar voor haar eigen veiligheid. Nog geen week geleden werd zij het slachtoffer van zware mishandeling, niet door een vreemde, maar door iemand die jarenlang deel uitmaakte van haar leven.
“Ik noem hem geen man, want een echte man beschermt,” zegt ze.
Volgens haar sloeg de dader haar hardhandig, vernielde hij haar auto, en deed hij dit allemaal in het bijzijn van hun kinderen en andere omstanders.
Ze deed wat iedere burger geacht wordt te doen: de politie bellen. “Ik hoopte op bescherming, maar die hoop verdween snel.”
De dader werd gearresteerd door leden van het KPS maar stond binnen twaalf uur alweer op vrije voeten. \
“Mijn aangifte werd niet serieus genomen. Toen ik vroeg waarom hij was vrijgelaten, kreeg ik alleen te horen: ‘Dat bepaalt de hulpofficier.’ Op mijn vraag wie dat is, werd gezegd dat ik dat niet hoef te weten.”
Alsof dat nog niet genoeg was, begon de familie van de dader haar openlijk te intimideren.
“Ze scholden me uit, blokkeerden mijn pad en vernederden me, terwijl de politie toekeek en niets deed. Ik voelde me geen slachtoffer, maar een last.”
De volgende dag ging ze naar het OPZ om meer informatie te geven en haar klacht officieel om te zetten in een aangifte.
“Ik werd niet binnengelaten. Er werd iemand gebeld en daarna hoorde ik dat ik ‘geen aangifte’ had gedaan, maar slechts een ‘klacht’.
Ik zei duidelijk: ‘Ik wil geen klacht, ik wil aangifte doen.’ Toch werd ik teruggestuurd naar hetzelfde politiebureau, en ik wist: daar gaat niets gebeuren.”
Ook een gesprek met dezelfde inspecteur leverde niets op. “Ik vertelde dat ik bedreigd word, dat hij mijn familie belt, dat ik bang ben. Maar ik kreeg geen gehoor. Alles werd weggeschoven met vage antwoorden.”
Volgens de vrouw toont haar ervaring aan waarom zoveel slachtoffers van huiselijk geweld geen aangifte durven te doen.
“Vandaag begrijp ik waarom vrouwen eerst mishandeld of vermoord moeten worden voordat iemand luistert. Vandaag zie ik hoe de dader zijn vrijheid terugkrijgt, terwijl het slachtoffer in angst achterblijft.”
Ze benadrukt dat haar verhaal niet uniek is. “Dit is niet alleen mijn verhaal, dit is het verhaal van duizenden vrouwen die vechten tegen geweld én tegen een systeem dat hen in de steek laat.
Ik wil geen wraak, ik zoek geen medelijden. Ik wil gerechtigheid. Ik wil veiligheid.”
Zolang er volgens haar geen structurele verandering komt in hoe politie en justitie omgaan met aangiftes van vrouwen, zullen slachtoffers onbeschermd blijven en daders onaangeraakt.