Wie wil voor 1 SRD uit liefde voor het land Suriname en volk werken?

geld munten

Ze houden toch van hun land en volk en willen toch een “bijdrage leveren”? Suriname zit in een crisis. Van het volk worden voortdurend offers gevraagd.

Waar blijft het eigen offer? Mevrouw Jennifer Simons, waarom kondigt u dit niet aan in uw inauguratiespeech? Werk voor 1 SRD uit liefde voor uw land.

Waarom doneert u uw salaris niet aan Huize Asiana? U bent toch begaan met de ouderen in het land, zeker als arts? Doe het, toon uw liefde! Meneer Gregory Rusland, ook u: een salaris van 1 SRD moet toch kunnen?

U heeft al zoveel opgebouwd in het buitenland. U heeft dat geld toch niet nodig?

Wie van u steekt als eerste de vinger op om voor 1 SRD te werken uit liefde voor Suriname? Laat ik dan het goede voorbeeld geven: ik zeg volmondig JA.

Ik ben bereid om voor 1 SRD te werken voor land en volk, voor Suriname. (Bel of mail mij… dit had ik overigens ook aan president Santokhi aangeboden, maar hij heeft er nooit op gereageerd. Want ik vormde een gevaar voor het salaris van velen, die níét gratis willen werken – ook al beweren zij veel van hun land te houden.)

Ik zoek geen voordeel; ik heb zelf meer dan genoeg.

Dus nu, President-elect Simons? Meneer Rusland? Meneer Adhin, u heeft mijn telefoonnummer toch? Mevrouw Bouterse? Wie van u steekt de vinger op? Wie van u woont in of dichtbij een achterstandswijk? Niet allemaal tegelijk alstublieft…

Niemand in de nieuwe regering geeft aan geen salaris te willen ontvangen voor zijn of haar “bijdrage” aan het land en volk. Wat zegt dit ons? Zij zeggen toch zo van hun land en volk te houden? Waarom geeft niemand het voorbeeld en toont hij of zij bereid te zijn om gratis te werken voor Suriname?

Het recente debat over de noodzaak van onbaatzuchtigheid en opoffering roept een fundamentele vraag op: waarom geven de leiders – die de meeste verantwoordelijkheid dragen – niet het voorbeeld door voor slechts 1 SRD per maand te werken?

Waarom tonen zij niet dat ware liefde voor Suriname niet draait om geld, maar om inzet, opoffering en oprechte betrokkenheid?

50 jaar profiteren als prioriteit, en het gaat maar door: salaris én pensioen stapelen.

In de afgelopen vijftig jaar hebben alle regeringsfunctionarissen zogenaamd gewerkt aan de vooruitgang van het land. Maar waar zijn de resultaten?

Moeten mensen die keer op keer het land schaden, een salaris ontvangen? Terwijl het volk steeds verder achteruitgaat? Wat presteren zij precies voor het salaris en de privileges die het volk voor hen betaalt?

In andere landen werken politici aan echte vooruitgang en kunnen zij daar een eerlijk salaris voor ontvangen. Maar in Suriname lijkt het alsof zij enkel profiteren. Zij wonen zelf in luxe woningen, ver weg van de armoede, maken dure reizen, rijden in volgwagens en worden beschermd door bodyguards. Maar resultaat? Nul.

Suriname bevindt zich al vijftig jaar in een meervoudige crisis, die steeds dieper wordt.

Economisch, sociaal, politiek en institutioneel staan wij voor grote uitdagingen. In deze moeilijke tijden zijn woorden als patriotisme en liefde voor het land helaas vaak slechts holle klanken zonder concrete daden.

De droom van onbaatzuchtig leiderschap tegenover de realiteit van profiteurs

Het idee dat de hoogste leiders – president, vicepresident en ministers – vrijwillig en zonder financiële vergoeding zouden werken, is geen sprookje.

Het zou een krachtig symbool zijn dat ware liefde voor Suriname niet afhankelijk is van luxe of geld. In een land waar zoveel mensen elke dag moeten vechten om te overleven, zou een daad van onbaatzuchtigheid het vertrouwen in de leiders enorm kunnen versterken.

Als zij werkelijk het beste met het land voorhebben, dan tonen zij dat door hun tijd, energie en kennis in te zetten zonder daarvoor betaald te worden.

Dit is geen oproep om hen tot armoede te dwingen, maar om symbolische en oprechte offers te brengen die aantonen dat hun loyaliteit ligt bij het volk – niet bij eigen gewin.

Waarom gebeurt dit niet?

Waarom geven onze leiders geen voorbeeld? Waarom blijven zij leven in een wereld van privileges en luxe, ver weg van de realiteit van het volk?

Het antwoord is eenvoudig: zij voelen niet de noodzaak om iets op te offeren, want zij hoeven niet op elke Surinaamse dollar te letten. Z

ij genieten van comfort, terwijl zij geen idee hebben van de dagelijkse strijd van de gewone burger.

Dit zorgt voor een gevaarlijke kloof. Het versterkt het wantrouwen tussen de bevolking en de politiek. Het wekt de indruk dat leiders enkel bezig zijn met hun eigen belangen.

Hoe kunnen wij dan ooit vertrouwen hebben dat zij het land werkelijk vooruit willen helpen?

De kracht van symboliek en het gevaar van hypocrisie

Het uitblijven van onbaatzuchtige daden tast de geloofwaardigheid aan. Een besluit om voor een symbolisch bedrag te werken zou niet slechts een gebaar zijn, maar een krachtig signaal dat echte patriotten bereid zijn offers te brengen.

Tegelijkertijd is er het gevaar dat dit soort voorstellen worden afgedaan als populistisch of onrealistisch. Juist daarom is het van belang dat leiders hun woorden omzetten in daden. Het gaat om geloofwaardigheid, om herstel van vertrouwen, en om het geven van een moreel voorbeeld.

Een morele en praktische noodzaak

Leiderschap gaat niet over macht of status, maar over dienstbaarheid. Het is zowel een morele als praktische noodzaak dat zij die Suriname willen helpen bloeien, ook zelf offers brengen.

Niet per se om zelf te lijden, maar om de waarde van solidariteit en liefde voor het land te tonen.

In een tijd van crisis kunnen zulke daden daadwerkelijk het verschil maken. Ze tonen dat liefde voor Suriname geen leus is, maar een levend principe dat wordt waargemaakt.

Conclusie

Het is tijd voor leiderschap dat oprecht en daadkrachtig is. Woorden zijn niet genoeg zolang er geen offers worden gebracht.

Suriname heeft geen behoefte aan leugens of loze beloften, maar aan concrete acties die vertrouwen en eenheid herstellen. Onbaatzuchtigheid is geen droom – het is een morele plicht.

Als onze leiders niet bereid zijn om het goede voorbeeld te geven, waarom zouden zij dan verwachten dat het volk hen volgt?

Het is tijd voor moed. Tijd voor daden. Tijd om te laten zien wie écht van Suriname houdt.

Wie steekt als eerste de vinger op om voor 1 SRD te werken? Mevrouw Simons? Meneer Rusland? Meneer Adhin? Mevrouw Bouterse? Wie van u woont in of nabij de Ghetto? Niet allemaal tegelijk uw vinger opsteken…

Dr. Ashwin Ramcharan RO