Korpsleiding reageert op berichtgeving over bijzondere bevorderingen binnen het korps

korpschef isaacs

Naar aanleiding van recente berichtgeving in de media met betrekking tot bevorderingen binnen het Korps Politie Suriname (KPS), geeft de korpsleiding hierbij een nadere toelichting op de gang van zaken en de achterliggende besluiten.

In de maanden april en mei van dit jaar zijn er vanuit het personeel verschillende verzoeken ontvangen voor bijzondere bevorderingen, met name van politiemedewerkers in de rangen van agent van politie 1e klasse, brigadier van politie en majoor van politie.

Deze verzoeken zijn inhoudelijk besproken tijdens overlegmomenten tussen de minister van Justitie en Politie (JusPol), de veiligheidsadviseur van de president, het bestuur van de Surinaamse Politiebond (SPB), de korpsleiding en betrokken deskundigen.

Op basis van deze gesprekken is een technisch advies opgesteld waarin, rekening houdend met de geldende wet- en regelgeving, is aangegeven wat de mogelijkheden en beperkingen zijn rond het verlenen van bijzondere bevorderingen.

In dit advies werd ook aandacht besteed aan instructies van het bevoegd gezag in verband met de instelling van het Interim Management Team (IMT) sinds 2022, waaronder de opdracht om de formatie van het KPS te herstructureren.

Dankzij gezamenlijke inspanningen, met name in samenwerking met de SPB, zijn reeds diverse rechtspositionele knelpunten aangepakt in het belang van de interne organisatie.

Het standpunt dat uit deze overleggen voortvloeide, was unaniem: er zouden geen verdere bijzondere bevorderingen plaatsvinden.

In de toekomst zouden bevorderingen uitsluitend plaatsvinden op basis van de organisatorische behoefte en competenties, met een evenwichtige afweging tussen collectief en individueel belang.

Desondanks heeft de korpsleiding recentelijk kennisgenomen van een beschikking van de minister van JusPol waarin alsnog een groep brigadiers tot majoor is bevorderd.

Volgens de korpsleiding voldoet deze groep niet aan alle wettelijke voorwaarden en kwam zij in 2022 reeds in aanmerking voor een bijzondere bevordering.

Op woensdag 25 juni vond hierover een spoedoverleg plaats tussen de korpsleiding en het bestuur van de SPB. In goed overleg is besloten dat, hoewel deze beslissing een politieke keuze betreft en volledig onder de verantwoordelijkheid van de minister valt, de korpsleiding uitvoering zal geven aan de beschikking.

De korpsleiding benadrukt hierbij nogmaals dat rechtsstatelijke principes en regelgeving leidend moeten zijn bij bevorderingen, teneinde de integriteit en het functioneren van het KPS te waarborgen.