De weg waar ik woon: een broko pranasi vol frustratie en stilzwijgende vertegenwoordigers

slechte weg ter illustratie

De weg waar ik woon – ergens tussen Boxel Paraweg en Houttuin – lijkt echt op een broko pranasi.

Kraters vol water, je auto schudt van links naar rechts, en eerlijk… als een zwangere vrouw daar zou rijden, zou het me niet verbazen als ze complicaties krijgt. Zo erg is het gesteld.

En voordat sommigen nu gaan beginnen over burgerparticipatie: luister goed. Toen wij ruim 14 jaar geleden daar kwamen wonen – een mijlpaal, je eigen huis! – hebben we als buren de schouders eronder gezet. Brieven naar het commissariaat? Geen soelaas. Dus: geld ingezameld, zand gekocht en de weg zelf aangepakt.

Maar hoeveel keer kan je dat blijven doen?

Wanneer wij net de weg hadden aangepakt, stuurde het commissariaat ineens – uit het niets – een grader in de regentijd. Resultaat: een modderbad, vastzitten, frustratie tot de max. Ik heb toen een boze brief geschreven aan de districtscommissaris. Want hoe dupeer je bewoners zó?

We hadden geen straatverlichting. Gevraagd én uiteindelijk heeft de EBS dat aangepakt. Er was geen leidingwater. Ik heb wederom zelf het initiatief genomen. Dankzij de voortvarendheid van de toenmalige directeur van SWM kwam het binnen drie maanden rond.

Om die periode te overbruggen ontvingen we zelfs een paar maanden gratis water van Dienst Waterbeheer – want ruim twee jaar moesten we duur water kopen bij particulieren. Hoewel hij gewoon zijn werk deed: meneer Oosterling, bedankt!

Maar… nooit, NOOIT heb ik een RR- of DR-lid in de buurt gezien. Ik ken ze niet. Ze duiken alleen op bij verkiezingen. Daarna? Foetsjie.

Ik herinner me nog goed dat ik een brief richtte aan de toenmalige minister van Openbare Werken (OW). Tijdens het asfalteren van de Mahadjan R. Adhinweg kwamen er stapels stenen vrij – die vervolgens gewoon langs de weg lagen te vergaan.

Ze lagen daar, ongebruikt, terwijl wij in onze buurt met kapotte wegen zaten. Ik dacht: waarom zouden we die stenen niet gebruiken om onze eigen weg aan te pakken?

Dus ik schreef een verzoek om die stenen ter beschikking te stellen aan onze buurt. De minister stemde in! Hij honoreerde het verzoek en droeg de afhandeling over aan een ondergeschikte functionaris. Mooi, zou je denken…

Maar wat gebeurde er toen? Die zogenaamde functionaris – ik zal geen lelijke woorden gebruiken, al zou ik willen – liet de stenen ophalen. En we hebben daarna nooit meer één steen teruggezien.

Zó worden burgers dus genegeerd. Zó worden goede initiatieven in de kiem gesmoord. Terwijl wij alles uit de kast halen om zélf bij te dragen aan een betere leefomgeving.

Tijdens de recente verkiezingen moest ik “iene miene mutte” spelen om een RR-lid te kiezen. Want ik wist echt niet wie wie was. En tóch zijn juist deze mensen – RR en DR – cruciaal voor wat er in onze buurten gebeurt. Ze zijn geen sierpoppen voor de Verenigde Volksvergadering. Ze moeten zichtbaar én voelbaar zijn in de wijk.

Deze komende regeerperiode ga ik mijn mond niet houden. Ik ga actief op zoek naar de contactgegevens van mijn vertegenwoordigers. En ja – als je je werk niet doet – ik ga je exposen.

Als je ontevreden bent over het salaris? Stel je dan NIET beschikbaar.

DNA-leden van mijn district, ik volg jullie extra kritisch. Ik gun jullie van harte die SRD 150.000 maandelijks als jullie je werk goed doen. Maar dan wil ik ook IMPACT zien.

Tenslotte roep ik u als samenleving op. Laten we lokaal beginnen. Want als we dáár niets doen, kunnen we nationaal ook niets veranderen.

Sheila Mijnals

Foto ter illustratie vanwege privacy.