Dat Suriname zich op economisch vlak in zwaar weer bevindt, is geen geheim.
De samenwerking met het Internationaal Monetair Fonds (IMF), de torenhoge schulden, stijgende valutakoersen, inflatie, en de almaar duurdere producten in de winkels hebben diepe sporen nagelaten in het dagelijks leven van burgers.
Toch heeft president Chan Santokhi, boegbeeld van de Vooruitstrevende Hervormingspartij (VHP), bij de verkiezingen van 25 mei laten zien dat hij ondanks alles de populairste politicus van het land blijft.
Met maar liefst 39.715 stemmen voert Santokhi de lijst aan van individuele stemmen. Dat is opmerkelijk. Want wie afgaat op de publieke onvrede over het beleid van zijn regering, had misschien een veel grotere klap verwacht.
Zijn partij verloor dan ook wel drie zetels, van 20 naar 17. Maar dat is een veel minder grote terugval dan voorspeld door analisten en tegenstanders. Sommigen gingen er zelfs van uit dat de VHP zou terugvallen naar tien zetels of minder. Dat is dus niet gebeurd.
Vertrouwen in leiderschap, ondanks alles?
De populariteit van Santokhi onderstreept een interessante paradox. Hoe is het mogelijk dat een president, onder wiens bewind de economische malaise zich heeft verdiept, tóch het vertrouwen krijgt van tienduizenden burgers?
Het antwoord ligt wellicht in de perceptie van leiderschap. Ondanks de harde maatregelen, zien veel kiezers Santokhi misschien nog steeds als een stabiele, rationele en internationaal geaccepteerde leider — een man die in moeilijke tijden tenminste koers probeert te houden.
Bovendien speelt zijn persoonlijke campagne een grote rol. De afgelopen maanden was Santokhi zichtbaar, actief en scherp in debatten. Hij ging het gesprek aan met de samenleving, ondanks felle kritiek. Dat wordt blijkbaar gewaardeerd.
Waar blijft het alternatief?
De populariteit van Santokhi zegt ook iets over de zwakte van de oppositie. De NDP heeft terrein teruggewonnen, maar de geloofwaardigheid van voormalige machthebbers als Ashwin Adhin en Jennifer Simons blijft onder vuur liggen.
Brunswijk en zijn ABOP blijven steken in symboliek en haperende beloftes. Nieuwe partijen als A20 zijn (nog) te klein om het verschil te maken.
Santokhi heeft vooral gewonnen omdat de rest niet overtuigt. De kiezer lijkt zich te hebben neergelegd bij een leider die misschien niet perfect is, maar tenminste koers durft te bepalen. Dat is in deze tijd van wantrouwen en verwarring op zichzelf al een vorm van hoop — of van berusting.
D. Karamat-Ali

Dit artikel betreft een ingezonden opiniestuk. Voor de publicatie van ingezonden artikelen hanteren wij specifieke voorwaarden. Voor meer informatie of om zelf een ingezonden bericht te sturen, kunt u contact opnemen via info@gfcnieuws.com of direct een WhatsApp-bericht versturen.
Let op: Publicatie van opiniestukken houdt niet in dat GFC Nieuws het eens is met de inhoud