Geen bewijs voor Nederlandse inmenging in Surinaamse verkiezingen, ondanks suggesties

Onafhankelijkheidsplein Suriname

Er is geen enkele aanwijzing dat Nederland actief betrokken is bij de Surinaamse verkiezingen of pogingen doet om de zittende regering in het zadel te houden.

Dat blijkt uit eigen onderzoek van GFC Nieuws, naar aanleiding van recente uitspraken in de media.

Voormalig vakbondsleider Ronald Hooghart suggereert dat Nederland achter de schermen steun biedt aan de regering-Santokhi-Brunswijk.

Volgens hem zou die steun bedoeld zijn om de machtspositie van het kabinet te behouden bij de komende verkiezingen.

Ook zou er volgens Hooghart een plan klaarliggen om een noodtoestand uit te roepen als de verkiezingsuitslag tegenvalt.

Maar concrete aanwijzingen voor zulke scenario’s ontbreken volledig. Uit gesprekken met betrokkenen en raadpleging van openbare bronnen blijkt nergens dat er sprake is van buitenlandse inmenging.

De bewering dat president Santokhi bezig is met de voorbereiding van een ‘administratieve coup’ lijkt meer op een persoonlijke interpretatie dan op een gefundeerde constatering.

De uitspraken van Hooghart zorgen intussen wel voor rumoer. In gesprekken op straat en online komen zorgen naar voren over de stabiliteit van het land.

Toch geven politieke analisten aan dat het belangrijk is onderscheid te maken tussen meningen en feiten.

Vooralsnog is er geen enkel officieel document of overtuigend bewijs dat de Nederlandse overheid zich actief bemoeit met de politieke situatie in Suriname.