Het lijkt wel alsof parlementariërs in Suriname nooit oud worden. Misschien maken ze zich daarom geen zorgen over kwetsbare groepen.
Ze zorgen liever goed voor zichzelf, zegenen hun eigen posities met aangepaste maandelijkse tegemoetkomingen van SRD 130.000 — zonder dat daar vanuit De Nationale Assemblée ook maar één woord van kritiek op te horen is. Welke belofte is dan nog geloofwaardig?
In dat licht bezien, is de situatie bij de Esther Stichting niets minder dan schandalig én beschamend. Ooit opgericht als opvang voor leprapatiënten, is de stichting inmiddels uitgegroeid tot een toevluchtsoord voor mensen met een beperking, personen zonder beperking en alleenstaande vrouwen met jonge kinderen.
In plaats van bescherming te bieden aan de meest kwetsbaren, is de stichting verworden tot een toonbeeld van overheidsfalen.
Het management van de Esther Stichting disfunctioneert op alle fronten. De directeur wordt zelfs verdacht van verduistering van middelen. In plaats van in te grijpen en de zorgcontinuïteit te waarborgen, kiest de regering voor wegkijken en zwijgen.
Tot op heden zijn er geen enkele concrete maatregelen getroffen. De bonden trekken aan de noodklok, maar worden straal genegeerd. Van duidelijke communicatie vanuit de overheid ontbreekt ieder spoor.
Minister Ines Pané van Sociale Zaken en Volkshuisvesting (Sozavo) schittert door afwezigheid. Geen enkele publieke verklaring, geen daadkrachtige actie. De enige zichtbare ‘inzet’ van de minister? Een bezoekje in partijkleuren, het uitdelen van fruit aan bewoners.
Sympathiek misschien, maar in het licht van de ernst volstrekt respectloos en ontoereikend. De bewoners hebben behoefte aan structurele zorg, niet aan goedkope publiciteitsstunts.
De situatie is ronduit schrijnend. Zorgpersoneel werkt slechts van 7.00 tot 15.00 uur. Daarna zijn bewoners die afhankelijk zijn van hulp overgeleverd aan vrijwilligers.
Dat is ontoelaatbaar in een land dat zich heeft verbonden aan internationale verdragen over de bescherming van kwetsbare burgers — verdragen die nu schaamteloos worden genegeerd.
Ook een presidentiële commissie bracht een bezoek, liet medicijnen achter en zorgde voor een oppervlakkige terreinreiniging. Maar de onderliggende problemen? Die zijn onaangeroerd gebleven. De nood is onverminderd groot.
De harde realiteit is: niemand binnen deze regering voelt zich écht verantwoordelijk. En zolang dat niet verandert, zullen de bewoners van de Esther Stichting — en vele andere kwetsbaren — blijven lijden onder een falend en onverschillig systeem.
Tanya Elles

Dit artikel betreft een ingezonden opiniestuk. Voor de publicatie van ingezonden artikelen hanteren wij specifieke voorwaarden. Voor meer informatie of om zelf een ingezonden bericht te sturen, kunt u contact opnemen via info@gfcnieuws.com of direct een WhatsApp-bericht versturen.
Let op: Publicatie van opiniestukken houdt niet in dat GFC Nieuws het eens is met de inhoud