Tunesië, waar in 2010 de Arabische Lente startte, lijkt begonnen aan een vervolg van de opstanden die leidden tot een golf van geweld in een reeks landen in het Midden-Oosten. Het vuur werd – letterlijk – aangestoken door de journalist Abderrazak Zorgui, die zichzelf in brand stak uit protest tegen de economische situatie in het land.
“Voor onze mensen die geen middelen van bestaan hebben, begin ik vandaag aan een revolutie,” zei de journalist. Voor hij zichzelf aanstak, riep hij nog zijn toehoorders op in opstand te komen tegen armoede en slechte levensomstandigheden. Zijn daad vertoont overeenkomsten met de bekende zelfverbranding van straatverkoper Mohamed Bouazizi eind 2010, die daarmee de (eerste) Arabische Lente in gang zette.
Zorgui werd dood verklaard in een plaatselijk ziekenhuis. Direct na zijn uitvaart braken gewelddadige protesten uit in verschillende dorpen en steden. In Kasserine, de stad waar de journalist zichzelf had gedood, gooiden tienduizenden demonstranten stenen naar de politie.
Bijna acht jaar na het begin van de eerste opstand binnen de Arabische Lente lijkt Tunesië nog ver van de doelen van de opstand. De bevolking vindt dat de regering niet in staat is om banen te creëren en de werkloosheid aan te pakken.
In 2011 leidde deze situatie tot een staatsgreep die de autocratische heerser Zine el-Abidine Ben Ali ten val bracht.