Yerry Khoesial, hoofdbestuurslid van DNL, laat in een stevige verklaring aan GFC Nieuws weten dat Suriname op 25 november geen uitbundige viering nodig heeft, maar vooral eerlijk zelfonderzoek.
Volgens hem markeren de vijftig jaar onafhankelijkheid eerder een harde wake-upcall dan een reden voor festiviteiten.
Khoesial stelt dat Suriname een halve eeuw geleden werd geboren met grote verwachtingen van vooruitgang, rechtvaardigheid en nationale eenheid, maar dat deze idealen niet zijn waargemaakt.
“We moeten onszelf een ongemakkelijke vraag durven stellen: hebben we werkelijk bereikt wat we toen hoopten? Mijn antwoord is helder: nee,” zegt hij.
Politiek heeft het volk volgens Khoesial misleid
Hij vindt dat parades, vuurwerk en kostbare activiteiten niets oplossen. Wat volgens hem wél nodig is, is bezinning. *“We zijn als land afgegleden: economisch, sociaal en moreel,” aldus Khoesial.
Het hoofdbestuurslid richt zijn pijlen scherp op de gevestigde politieke orde. Opeenvolgende regeringen en traditionele partijen hebben volgens hem het volk niet gediend maar verdeeld.
“De politiek van verdeel en heers is nog steeds diepgeworteld. Etnische sentimenten worden bespeeld om stemmen te winnen, terwijl de echte noden van het volk genegeerd worden. Dat is geen leiderschap, dat is misleiding.”
“Brood en spelen”-cultuur houdt volk afhankelijk
Ook hekelt hij wat hij omschrijft als een voortdurende cultuur van “brood en spelen”. “Pakketten, tijdelijke gunsten, loze beloften. Zolang het volk bezig is met overleven, blijft het afhankelijk. Een goed geïnformeerd volk zou nooit blijven stemmen op dezelfde machten die het al vijftig jaar misleiden met dezelfde oude trucs.”
Toch ziet de politicus hoop. Hij gelooft dat een nieuwe generatie Surinamers opstaat om de koers te veranderen.
“Mensen die genoeg hebben van corruptie, verdeeldheid en stagnatie. Mensen die willen bouwen aan een eerlijk, waardig en welvarend land; een Suriname waarin ieder mens telt.”
Volgens hem moet onafhankelijkheid eindelijk echte betekenis krijgen, niet door uiterlijk vertoon maar door eerlijk bestuur, transparantie en solidariteit. “Dat is pas reden tot feest.”
De DNL- topman besluit dat dit vijftigjarig jubileum geen eindpunt maar een begin is: “Het is het begin van een nieuw hoofdstuk, één van eenheid, waardigheid en echte vooruitgang. Laten we de moed hebben om dat hoofdstuk samen te schrijven!”







