Een nieuwe internationale studie laat zien dat wetenschappers vaak onderzoek doen naar ziektes die in veel landen al minder voorkomen, terwijl juist de ziektes die nu snel toenemen te weinig aandacht krijgen.
Dit onderzoek is gedaan door universiteiten in Amerika en Europa en gepubliceerd in het bekende medische tijdschrift Nature Medicine.
De researchers bekeken meer dan acht miljoen wetenschappelijke artikelen en vergeleken die met cijfers over welke ziektes wereldwijd het meeste leed veroorzaken.
Wat ze ontdekten is opvallend: vroeger lag de nadruk sterk op infectieziekten zoals malaria en tuberculose.
Omdat die in veel landen afnemen, lijkt het alsof wetenschap beter aansluit bij de werkelijkheid.
Maar in feite komt dat vooral doordat die ziektes minder vaak voorkomen, niet omdat onderzoekers bewust hun focus veranderden.
Ondertussen nemen chronische ziekten zoals suikerziekte, hoge bloeddruk, hartproblemen en beroertes wereldwijd sterk toe.
Juist deze aandoeningen vragen nu veel aandacht, ook in Suriname. Toch wordt er relatief weinig onderzoek naar gedaan.
Als dit zo doorgaat, verwachten de onderzoekers dat de kloof tussen wat mensen echt ziek maakt en waarover wetenschappers schrijven in 2040 nog groter zal zijn.
Dat kan grote gevolgen hebben. Want als er weinig onderzoek is naar de ziekten die mensen nu het meest treffen, komen er minder nieuwe behandelingen, minder preventieprogramma’s en minder kennis voor artsen en beleidsmakers.
De wetenschappers roepen daarom op om meer geld en aandacht te steken in onderzoek naar de ziektes die vandaag en morgen het meeste leed veroorzaken.
Alleen zo kunnen landen zich beter voorbereiden en kan de gezondheidszorg meer mensen helpen.