Het beeld dat Surinaamse Nederlanders hebben van hun moederland is niet altijd positief.
Uit een verdiepend onderzoek van GFC Nieuws Lifestyle blijkt dat een mix van culturele, psychologische en sociale factoren ertoe kan leiden dat sommige leden van de diaspora neerbuigend of afstandelijk spreken over Suriname.
Een belangrijke oorzaak is culturele gewenning. In Nederland gelden punctualiteit, efficiency en directheid vaak als norm.
Wie daarna terugkomt in Suriname, kan de informele omgang en het tragere tempo ervaren als inefficiëntie.
Dit sluit aan bij sociale vergelijking: de relatief stabiele voorzieningen in Nederland – zoals gezondheidszorg en openbaar vervoer – maken de tekortkomingen in Suriname scherper zichtbaar.
Daarnaast speelt cognitieve rechtvaardiging een rol. Emigreren gaat vaak gepaard met grote offers, zoals het loslaten van familie.
Om deze keuze voor zichzelf te rechtvaardigen, schilderen sommigen Suriname negatief af.
Dit raakt aan cognitieve dissonantie: de spanning die ontstaat na zo’n ingrijpend besluit wordt verlicht door te denken “het was beter om weg te gaan, want daar klopt toch niets.”
Ook de diaspora-identiteit draagt bij. In Nederland ontstaat soms een nieuw “wij-gevoel”, waarbij “zij” in Suriname als achterblijvers worden neergezet.
Dit kan leiden tot zelfverheffing via contrast, waarbij Surinaamse gewoonten worden afgeschilderd als minder ontwikkeld.
Psychologische factoren versterken dit proces. Sommigen ervaren statusbehoefte: door neer te kijken op Suriname voelen ze zich zelf succesvoller.
Projectie van frustratie speelt eveneens mee: wie in Nederland discriminatie of heimwee ervaart, keert dat soms om door te zeggen dat het “in Suriname nog slechter” is.
Verder is er sprake van internalisering van externe beelden. Suriname wordt in internationale media vaak voorgesteld als corrupt of arm.
Wie lange tijd in Nederland woont, neemt dat beeld gemakkelijk over. Dit kan leiden tot collectieve minderwaardigheidsgevoelens, gevoed door een koloniaal verleden waarin “het Nederlandse” als superieur werd beschouwd.
Belangrijk is ook de ambivalente identiteit van migranten. Ze voelen zich soms nergens volledig thuis: trots en schaamte wisselen elkaar af.
Negatieve indrukken worden daarbij sneller bevestigd door confirmation bias, waarbij men vooral let op wat het negatieve beeld ondersteunt.
Tot slot speelt de online wereld een grote rol. Negatieve uitspraken over Suriname krijgen op sociale media vaak meer likes en reacties, waardoor sommigen extra scherp en kritisch gaan klinken.
Het resultaat is een complexe mix van trots, frustratie, rechtvaardiging en statuszoekend gedrag. Daarmee blijft de relatie tussen Surinaamse Nederlanders en hun moederland ambivalent en vaak tegenstrijdig.