In Suriname is het op veel plekken duidelijk. Straten, bermen en openbare plekken liggen vol afval en veel inwoners lijken zich er niets van aan te trekken.
Wetenschappers hebben onderzoek gedaan naar dit soort gedrag, en de resultaten geven inzicht in waarom sommige mensen gewoon doorgaan met slordig gedrag.
Apathie en gewenning aan rommel
Studies laten zien dat veel mensen in stedelijke gebieden visueel “blind” worden voor rommel. Ze zien het afval niet meer echt, of het stoort ze niet, ook al ligt het voor hun deur.
Wetenschappers noemen dit een disconnectie tussen kennis en gevoel: mensen weten dat rommel slecht is voor hun leefomgeving, maar voelen er niet de drang iets aan te doen.
In Suriname vertaalt dit zich naar de bekende sloddervossen die weigeren hun eigen berm of woonomgeving schoon te houden, hoe groot het zwerfafvalprobleem ook is.
Sociale normen bepalen gedrag
Daarnaast speelt de omgeving een belangrijke rol. Als een buurt slordig is en niemand controleert of opruimt, nemen inwoners dat gedrag vaak over.
Dit sluit aan bij de Broken Windows-theorie: als de buurt er verwaarloosd uitziet, geeft dat het signaal dat niemand om orde geeft.
In Surinaamse wijken waar handhaving ontbreekt en veel mensen hun eigen verantwoordelijkheid negeren, blijft de slordige situatie bestaan en groeit het probleem.
Implicaties voor Suriname
Wetenschap laat zien dat het aanpakken van zwerfafval meer vraagt dan alleen opruimacties. Er is bewustwording nodig, actieve handhaving en strenge maatregelen voor sloddervossen.
Pas als zowel individuen als de overheid verantwoordelijkheid nemen, kan Suriname schonere straten en leefbare buurten krijgen.







