Mike Pompeo, de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, belooft Amerikaanse steun voor “de lang genegeerde stem van het Iraanse volk.”
De minister deed dit tijdens de start van een media-offensief, gericht op de bevolking van Iran.
De VS schoot eerder de bevolkingen van Libië en Syrië te hulp tegen hun regeringen. Als gevolg van deze steun ligt Libië nog steeds in puin na de door de NAVO geleide militaire interventie, die het land in een politieke en economische chaos deed belanden.
Syrië wordt geteisterd door onderlinge gevechten tussen rebellen die steun ontvangen uit het Westen, hardline-extremisten zoals Al-Nusra en Islamitische Staat en regeringstroepen.
Onrust
De Amerikaanse regering heeft het offensief gelanceerd “om onrust aan te wakkeren en druk uit te oefenen op Iran om zijn nucleaire programma te beëindigen en zijn steun te verlenen aan militante groepen,” zeggen Amerikaanse bronnen die bekend zijn met de kwestie.
Amerika zal zich 24 uur per dag via televisie, radio, digitale en sociale media richten op de Iraniërs, kondigde Pompeo formeel aan.
Doel van de brede communicatiecampagne is een anti-regeringsstemming te creëren.
De campagne zou erop gericht zijn de Iraanse leiders te demoniseren. De informatie zou volgens Reuters “soms overdreven” zijn.
Protesten
Iran werd dit jaar geconfronteerd met twee protestgolven. Eind december en begin januari was er onrust vanwege stijgende prijzen, massale werkloosheid en een algemene economische inzinking.
De protestacties, die enkele weken duurden, hebben het leven geëist van ongeveer 20 demonstranten en wetshandhavers.
In juni zorgde een stijging van de wisselkoers van de US dollar voor een nieuwe ronde van door de economie aangestuurde protesten.
Iran beschuldigde buitenlandse vijanden, met name Washington, van het aanzetten tot geweld en beschuldigt de VS van “toenemende druk met als doel protesten van binnenuit te veroorzaken.”