Vicepresident Ashwin Adhin is de mening toegedaan dat er een zekere mate van beschaafdheid en communicatie naar elkaar toe moet zijn. De regering wenst de richting op te gaan van een goede verstandhouding is met de media waarbij er gewerkt wordt aan het instellen van de mediaraad in ons land. Beledigingen kunnen wel niet langer getolereerd worden in een geciviliseerde samenleving, vindt de bewindsman.
Adhin gaf een reactie in De Nationale Assemblee (DNA) tijdens de Algemene Politieke Beschouwing. Dit naar naar aanleiding van opmerkingen van het assembleelid Marinus Bee (ABOP) op de brief die minister Jerry Miranda van Openbare Werken, Transport en Communicatie (OWT & C) gericht heeft aan RBN.
In het programma genaamd ‘Zeven Even’ wordt al langer dan drie jaren denigrerende uitspraken gebezigd naar onder meer de regering, ambtenaren, etnische groepen en de rechterlijke macht.
Adhin ontkende dat er sprake is van een dreigement vanuit de regering. Hij gaf aan dat de minister deze week een goed onderhoud heeft gehad met eigenaren van mediahuizen. Adhin verduidelijkte dat de regering ruim een maand geleden alle mediahuizen een brief heeft doen toekomen en gewezen op het naleven van de vergunningsvoorwaarden.
Het assembleelid Bee typeerde de brief in eerste instantie als een dreigement. Ook werd het schrijven van minister Miranda als een vorm van beknotting van de vrije meningsuiting ervaren.
Vicevoorzitter Melvin Bouva, die de vergadering op dat moment leidde, was het niet eens dat de brief als een dreigement werd bestempeld. Hij kon zich wel terugvinden in het woordje aanmaning.
De vicevoorzitter stelde dat de regering mag rekenen op alle ondersteuning van het parlement als het gaat om wet en regelgeving voor het instellen van de mediaraad. De polarisatie in de media kan volgens hem niet langer doorgaan.(GFC)