Verspreiding van geruchten en beelden over vermeende HIV-besmettingen via sociale media baart ernstige zorgen

HIV

De afgelopen periode circuleren er op sociale media verontrustende berichten, waarin personen – zowel vrouwen als mannen – openlijk worden beschuldigd van het opzettelijk besmetten van anderen met het HIV-virus.

De berichten worden in veel gevallen verspreid via valse (fake) accounts, waarbij namen, foto’s en in sommige gevallen zelfs video’s van vermeende betrokkenen zonder toestemming worden gedeeld.

Wat deze situatie bijzonder zorgwekkend maakt, is dat er sprake lijkt te zijn van doelbewuste karaktermoord, privacyschending en mogelijk ook strafbare feiten.

Volgens de Surinaamse wetgeving is het opzettelijk overdragen van een seksueel overdraagbare aandoening (SOA), waaronder HIV, strafbaar, zeker wanneer dit gebeurt met kennis van besmetting en zonder gebruik van bescherming of voorafgaande melding aan de seksuele partner.

Naast het strafrechtelijke aspect van de opzettelijke besmetting, is het verspreiden van persoonsgegevens, foto’s en video’s zonder toestemming een ernstige inbreuk op het recht op privacy en menselijke waardigheid, zoals gegarandeerd in nationale wetgeving en internationale verdragen.

Dergelijke handelingen kunnen bovendien leiden tot psychologische schade, sociale uitsluiting en stigmatisering, en dragen bij aan een klimaat van angst en discriminatie.

Maatschappelijke organisaties roepen de samenleving op om verantwoordelijk om te gaan met informatie over gezondheidsstatussen, en geen beschuldigingen of beelden te delen zonder feitelijke onderbouwing of gerechtelijke vaststelling.

Tevens wordt eraan herinnerd dat het openbaren van de HIV-status van een ander zonder diens toestemming ethisch onaanvaardbaar en juridisch laakbaar is.

De politie en het Openbaar Ministerie zijn bevoegd op te treden tegen personen die zich schuldig maken aan smaad, laster, privacyschending en het verspreiden van haatdragende content via digitale kanalen.

Tot slot doen zij een dringend beroep op slachtoffers om melding te maken van digitale intimidatie en privacyinbreuken, zodat onderzoek en vervolging kan plaatsvinden waar nodig.