Van der San wijst op baanbrekend juridisch precedent na uitspraak Hof

san van der Eugene

De Surinaamse bestuurskundige Eugène van der San gaat in zijn opiniestuk uitvoerig in op de recente uitspraak van het Hof van Justitie in de zaak rond de Progressief Verheffende Partij (P.V.P.).

Van der San schrijft het volgende:

“Deze mensen (Hof van Justitie) verdienen een standbeeld”
Deze uitspraak vindt zijn grondslag in het feit dat bij resolutie van 5 maart 2025, no, 404/RP de president het beroep van de politieke organisatie Progressief Verheffende Partij (P.V.P.) ongegrond heeft verklaard.

Derhalve wordt de beslissing van het Centraal Hoofdstembureau gehandhaafd.

In deze resolutie waarin de president een administratiefrechtelijke dwaling heeft ondergaan, door in het dictum aan te tekenen “dat de Progressief Verheffende Partij ( P.V.P. ) tegen het besluit van de president in beroep kan gaan bij een onafhankelijke rechter, heeft tot dit precedent en deze consequentie geleid.

Dat Roy Bhikharie (als verstrooide professor) heel blij is tot daar aan toe. Maar om zich te uiten in de zin van “Deze mensen verdienen een standbeeld, omdat ze in een situatie waren waarin het CHS noch een rechtspersoon, noch een natuurlijk persoon was en desondanks aansprakelijk heeft gesteld, wat voorheen niet kon”.

Dan zegt hij zelf “ Nu is daarvoor een juridisch precedent geschapen”.
Welnu, precies hier zit het probleem met betrekking tot de te houden komende verkiezingen. In mijn vorige artikel over deze kwestie werd de prealabele vraag door mij gesteld, kan dat?

Kan binnen het rechtssysteem van de opbouw van de kiesregeling m.u.v. artikel 20 nog een beroep op de onafhankelijke rechter worden gedaan?

Artikel 1 van de kiesregeling; Er is een Onafhankelijk Kiesbureau, dat toezicht houdt op de algemene verkiezingen en de uitslag van de verkiezingen voor de samenleving bindend vaststelt (Legaliteitsbeginsel voor het handelen).

Door de aanpassing van artikel 9 luidende: De Nationale Assemblee bestaat uit 51 leden die worden gekozen op grond van de algemene, vrije en geheime verkiezingen krachtens het stelsel van evenredige vertegenwoordiging bij grootste gemiddelde en voorkeurstemmen.

Volgens dit stelsel zal het Onafhankelijk Kiesbureau de verkiezingen bindend of niet in een vergadering moeten vaststellen, uiteraard met schorsingen en verdagingen terwijl in het vorige stelsel per kiesdistrict de mogelijkheid aanwezig was om tot een besluit te komen.

Wanneer het Onafhankelijk Kiesbureau als toezichthouder tot haar bevinding komt, hetzij een bindend verklaring of niet bindend verklaring dan bestaat volgens het rechtssysteem met betrekking tot de verkiezingen, nog maar één instantie met name De Nationale Assemblee (D.N.A.) die op grond van artikel 66 van de grondwet een beslissing over de uitslag van de verkiezingen door het Onafhankelijk Kiesbureau vastgesteld, kan beoordelen.

Deze onderzoekscommissie en De Nationale Assemblee hebben de voorgeschreven organieke wet niet tot hun beschikking , waardoor D.N.A. naar willekeur dus naar eigen inzicht een uitspraak doet. Zo hebben wij het 38 jaar lang in onze Republiek gedaan.

Nu het Hof van Justitie heeft gesproken, dan citeer ik weer de professor “Ik ben heel blij, maar niet zozeer voor de PVP, maar voor de samenleving”. Niet voor niets heeft het Hof de in geding zijnde partijen, eerst gevraagd om te schikken, dit kwam door wijsheid en is meer dan kennis van het recht. Helaas heeft men het toen niet begrepen ook de president van de Republiek niet.

Deze door God gegeven rechtsingang mogen wij niet meer kwijtraken. Sedert 1987 na de eerste verkiezingen in het kader van de her-democratisering heb ik als secretaris van zowel het OKB tevens fungerende als Centraal Hoofd Stembureau de autoriteiten schriftelijk, in verslagen, erop gewezen dat de organieke wet genoemd in artikel 66 van de grondwet ontbreekt.

Daarna bij verschillende gelegenheden de verkiezingen rakende wederom erop gewezen zonder resultaat.
Als wij nog in een democratische rechtsstaat wonen dan zal deze uitspraak verregaande consequenties hebben voor de komende verkiezingen, ook na de uitslag.

Laten wij er voor waken om na deze periode te belanden in een bananenrepubliek.

Eugène van der San