Ik merk vaak dat wanneer ik bij vrienden of familie meekijk op hun telefoon of computer, bijna alles in het Engels staat.
Wie in Suriname opgroeit, kijkt vanaf jongs af aan naar Amerikaanse series en films, meestal zonder ondertiteling. Lokale zenders draaien vooral Engelstalige content.
Daardoor raken mensen intuïtief vertrouwd met Engelse termen voor instellingen en menu’s, en voelt de Nederlandstalige interface soms zelfs onnatuurlijk.
Suriname gebruikt liever Engelse termen dan Nederlandse vertalingen
Wat ook opvalt, is dat veel digitale woorden in Suriname simpelweg nooit echt zijn ingeburgerd in het Nederlands. Niemand zegt hier “bureaublad”. Iedereen gebruikt “desktop”.
Net zoals we “settings”, “update” en “browser” zeggen in plaats van de omslachtige Nederlandse varianten. Daardoor voelt een Nederlandstalige interface vreemd en soms zelfs onnatuurlijk.
Omdat die Engelse termen in gesprekken én in de praktijk domineren, sluiten toestellen in het Engels veel beter aan bij hoe Surinamers werkelijk praten.
Het resultaat ligt voor de hand: Surinamers zijn wel tweetalig, maar digitaal al jaren sterk Engels georiënteerd.
Media, onderwijs en werk duwen dezelfde kant op
De techwereld draait bovendien standaard op Engels. Grote bedrijven zoals Apple, Google en Microsoft brengen functies en updates altijd eerst in deze taal uit.
Statista, een Duits bedrijf dat statistieken bijhoudt, schat dat meer dan de helft van alle online informatie Engelstalig is, waardoor YouTube-tutorials, handleidingen en probleemoplossingen zelden in het Nederlands verschijnen.
Voor Surinamers is het daarom praktischer om hun toestel in dezelfde taal te laten staan.
Ook het onderwijs en de werkvloer versterken deze trend. ICT-materiaal is vrijwel altijd Engelstalig en studenten volgen massaal Engelstalige tutorials.
Bedrijven die met internationale software werken, gebruiken interfaces die soms niet eens in het Nederlands beschikbaar zijn.
Ida Thornhill
Docente / Auteur / Columniste







