Een Surinaamse gast kan soms schrikken of zich onbegrepen voelen in Nederland.
Dat blijkt uit het relaas van Ida Thornhill, onderwijzeres en lifestyledeskundige uit Paramaribo, die met onze redactie sprak over cultuurverschillen bij huiselijk bezoek.
Ida vertelt over een familielid dat enkele jaren geleden naar Nederland verhuisde en daar kennismaakte met de Nederlandse manier van samenkomen.
Bij haar familie kwamen regelmatig autochtone Nederlanders op bezoek. Wat opviel, was dat de gasten in sommige gevallen eten of hapjes meebrachten, maar die weleens na afloop ook weer mee terugnamen.
Voor Surinamers is dat een onverwachte gewoonte. In Suriname laat men wat men meebrengt meestal achter als teken van waardering en verbondenheid.
In Surinaamse huishoudens speelt gastvrijheid een centrale rol. Bezoek wordt vaak spontaan ontvangen, en er wordt zonder nadenken eten op tafel gezet.
Men kookt meestal ruim, uit het idee dat er altijd iemand onverwacht kan langskomen. Het gaat om het gevoel van samen delen, niet om wat er overblijft.
In Nederland ligt dat anders. Bezoek wordt doorgaans gepland, de hoeveelheid eten is precies afgemeten, en restjes worden vaak weer netjes verdeeld of meegenomen.
Dat is geen teken van afstand, maar van praktische omgang met voedsel. Toch kan het voor iemand uit Suriname koud of zakelijk overkomen.
Volgens Ida draait het in Suriname om tijd nemen, samen lachen en eten als uitdrukking van warmte. In Nederland overheerst efficiëntie en orde.
Voor iemand die net aankomt, kan dat even wennen zijn, maar uiteindelijk is het volgens haar een kwestie van begrijpen dat gastvrijheid overal anders wordt ingevuld.



